Arbeidstijd in 2021–2022

•    De belangrijkste veranderingen in arbeidstijden in Europa in 2021 en 2022 hielden verband met de omzetting van twee Europese richtlijnen: de richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven en de richtlijn betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden. De verkorting van de arbeidstijd en meer in het bijzonder de vierdaagse werkweek zijn in veel EU-lidstaten steeds vaker onderwerp van verhit debat.
•    Hoewel de normale werkweek voor voltijdse werknemers in 2022 39,8 uur bedroeg, was de gemiddelde collectief overeengekomen normale voltijdse werkweek in de EU 38,1 uur. Uit nieuwe gegevens blijkt dat de collectief overeengekomen normale werkweek het kortst was in de openbare sector (37,7 uur) en het langst in de detailhandel (38,5 uur).
•    Tegen de achtergrond van de aanzienlijke impact van de COVID-19-pandemie op het werk laten de bevindingen zien dat de gemiddelde gebruikelijke wekelijkse arbeidstijd van voltijdse werknemers tussen 2019 en 2022 in 19 lidstaten is gedaald. In de lidstaten die vóór 2004 tot de EU zijn toegetreden (EU14) werd wekelijks echter bijna een uur minder gewerkt dan de lidstaten die in of na 2004 zijn toegetreden (EU13), een verschil dat al meer dan tien jaar constant is.
•    Het minimale jaarlijkse vakantierecht in de EU bedraagt 20 dagen, maar sommige lidstaten hebben dit minimumrecht op grond van wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verhoogd. Als we de in collectieve onderhandelingen overeengekomen vakantierechten meetellen, steeg de gemiddelde jaarlijkse betaalde vakantie tot 24,3 dagen in de EU, met meer dagen in de EU14 (25,3 dagen) dan in de EU 13 (20,9 dagen).
•    Uitgaand van collectief overeengekomen jaarlijkse werkuren hebben voltijdse werknemers in de EU in 2022 gemiddeld 1 726 uur gewerkt. Dit aantal uren was lager in de EU14 (1 698 uur) en hoger in de EU13 (1 822 uur). In Estland en Hongarije, waar collectieve onderhandelingen geen belangrijke rol spelen bij de vaststelling van arbeidstijdregelingen, werd de langste jaarlijkse arbeidsduur geregistreerd met 1 856 uur, wat neerkomt op een zes weken langere arbeidstijd dan die van werknemers in Frankrijk, die de kortste overeengekomen jaarlijkse arbeidstijd hadden.