Europese enquête over de kwaliteit van het bestaan 2012

Het veldwerk voor de derde Europese enquête over de kwaliteit van het bestaan (EQLS) vond plaats van eind september 2011 tot begin februari 2012 in de 27 lidstaten van de Europese Unie.

Het rapport met de resultaten, getiteld Quality of life in Europe: Impacts of the crisis (Kwaliteit van het bestaan in Europa: gevolgen van de crisis), is nu online beschikbaar.

 

Voornaamste bevindingen

In sommige EU-landen is het niveau van optimisme en geluk met meer dan 20% afgenomen, en meer dan een derde van de ondervraagden geeft aan dat hun financiële situatie er de voorbije vijf jaar op achteruit is gegaan. Deze resultaten vormen grosso modo - op enkele interessante uitzonderingen na - een afspiegeling van de economische realiteit: het meeste optimisme werd opgetekend in Denemarken en Zweden, het minste in Griekenland, Italië en Portugal. De sociale situatie in de Europese Unie is vandaag de dag een ingewikkeld verhaal. Vergeleken met de vorige enquête in 2007 hebben meer mensen die voordien een goed inkomen en een goede woning hadden, nu te kampen met werkloosheid, schulden en onzekere huisvesting en toegang tot diensten. 

De enquête laat ook duidelijk zien dat het voor veel mensen moeilijker is geworden om de eindjes aan elkaar te knopen: 7% geeft aan ‘grote problemen’ te hebben om rond te komen, en de cijfers verschillen sterk naargelang van de lidstaat (van 22% in Griekenland tot 1% in Finland). Op de vraag tot wie ze zich zouden wenden om dringend geld te lenen, antwoordden de meeste Europeanen (70%) dat ze daarvoor een familielid zouden aanspreken. 12% zou dit aan een vriend, een buur of iemand anders vragen, terwijl 8% zich tot een dienstverlener of een instelling zou richten. Een op de tien (10%) gaf aan niemand te hebben van wie ze geld zouden kunnen lenen; dit gold met name voor mensen uit het laagste inkomenskwartiel (15%). Gemiddeld 8% van de mensen in de EU die via informele weg geld hadden geleend, konden die lening niet volgens planning terugbetalen.

Het vertrouwen in belangrijke openbare instellingen, regeringen en parlementen is in de afgelopen vijf jaar afgenomen, en wel het sterkst in de landen met de grootste economische problemen, zoals Spanje en Griekenland. Het vertrouwen in openbare instellingen is het grootst in Denemarken, Finland, Luxemburg en Zweden, voornamelijk toe te schrijven aan een ongeëvenaard vertrouwen in de nationale politieke instellingen in die lidstaten.

In het overzichtsrapport worden uiteenlopende onderwerpen behandeld zoals werkgelegenheid, inkomen, huisvesting en levensomstandigheden, gezin, gezondheid, het evenwicht tussen werk en privéleven, de tevredenheid over het eigen bestaan en de waargenomen kwaliteit van de samenleving. In 2013 zullen nog andere rapporten volgen, namelijk over het subjectieve welzijn, sociale ongelijkheden, de kwaliteit van de samenleving en de openbare diensten, en trends in kwaliteit van het bestaan gemeten over de laatste drie enquêtes.

Bestreken gebied

Het rapport bestrijkt de 27 EU-lidstaten, maar in totaal werden 43 636 mensen uit 34 landen bevraagd (de overige zeven landen zijn kandidaat-lidstaten of pretoetredingslanden, namelijk Kroatië, IJsland, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro, Kosovo, Servië en Turkije). De resultaten van die landen zullen in 2013 worden bekendgemaakt. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de derde EQLS heeft Eurofound nauw met zijn contractant GfK EU3C in België samengewerkt om de hoogste kwaliteitsnormen te garanderen.

De dataset zal naar verwachting in de lente van 2013 via het UK Data Archive aan het publiek beschikbaar worden gesteld.

Methodiek