Beroepsleven landprofiel voor Griekenland

Dit profiel beschrijft de belangrijkste kenmerken van het beroepsleven in Griekenland. Het is bedoeld om de relevante achtergrondinformatie te verstrekken over de structuren, instellingen, actoren en relevante regelgeving met betrekking tot het beroepsleven.

Dit omvat indicatoren, gegevens en regelgevingssystemen met betrekking tot de volgende aspecten: actoren en instellingen, collectieve en individuele arbeidsverhoudingen, gezondheid en welzijn, beloning, arbeidstijden, vaardigheden en opleiding, en gelijkheid en non-discriminatie op het werk. De profielen worden systematisch om de twee jaar bijgewerkt.

In deze rubriek vindt u informatie over de belangrijkste vakbonden, werkgeversorganisaties en openbare instellingen die betrokken zijn bij de vormgeving en het beheer van de arbeidsverhoudingen. Er wordt ingegaan op de representativiteit aan zowel de werknemers- als de werkgeverszijde en de belangrijkste bipartiete en tripartiete organen die betrokken zijn bij arbeidsverhoudingen.

Vakbonden, werkgeversorganisaties en overheidsinstellingen spelen een sleutelrol bij het beheer van de arbeidsverhoudingen, de arbeidsomstandigheden en de structuren van de arbeidsverhoudingen. Het zijn met elkaar verbonden onderdelen in een meerlagig bestuurssysteem dat Europees, nationaal, sectoraal, regionaal (provinciaal of lokaal) en bedrijfsniveau omvat. In dit deel wordt ingegaan op de belangrijkste actoren en instellingen en hun rol in Griekenland.

Overheidsinstanties die betrokken zijn bij de regulering van het arbeidsleven

Het ministerie van Arbeid (en zijn agentschap de Arbeidsinspectie) is de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor het toezicht op de arbeidsverhoudingen en -omstandigheden, met name op de volgende gebieden:
en gelijke kansen
• de sociale integratie van buitenlandse werknemers
• het verlenen van hulp aan mensen met een handicap
beroepsopleiding• de preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten
• de vertegenwoordiging van Griekenland in de IAO
•    the provision of help to people with disabilities
•    vocational training
•    the prevention of occupational accidents and occupational diseases
•    the management of EU funds and community and other resources related to the development of human resources
•    the representation of Greece in the ILO

SEPE, zoals vastgelegd in wet nr. 4808/2021 (tot wijziging van wet nr. 3996/2011), is vanaf 1 juli 2022 een onafhankelijke autoriteit geworden. Het belangrijkste wetgevingskader met betrekking tot de missie en taken van SEPE is wet nr. 3996/2011, zoals gewijzigd bij wet nr. 4808/2021. SEPE houdt toezicht op de toepassing van de arbeidswetgeving en haar inspecteurs bezoeken werkplekken en kunnen werkgevers beboeten voor het niet naleven van de wet. Het is ook bevoegd om te bemiddelen in individuele arbeidsgeschillen, om de uitvoering van collectieve overeenkomsten te controleren en om onmiddellijk administratieve maatregelen te nemen om sancties op te leggen of de zaak voor te leggen aan een strafrechter. Een van de wijzigingen die bij wet nr. 4808/2021 werden ingevoerd, was de afschaffing van elke vorm van sociale controle en betrokkenheid van de sociale partners of werknemersvertegenwoordigers bij het werk en de activiteiten van SEPE. Onder het vorige regime werden de rapporten en plannen van SEPE besproken en goedgekeurd door de Hoge Arbeidsraad (Ανώτατο Συμβούλιο Εργασίας, ASE), waarin ook de sociale partners op gelijke voet vertegenwoordigd waren (een tripartiet orgaan in het ministerie van Arbeid).

In 2022 werd de OAED omgedoopt (bij wet nr. 4921/2022) tot de DYPA. De DYPA blijft een publiekrechtelijke rechtspersoon en staat nog steeds onder toezicht van het ministerie van Arbeid. De DYPA houdt zich bezig met het aan het werk krijgen van mensen, het beheren van werkloosheidsverzekeringen en zwangerschapsverlof, en het uitvoeren van programma's voor beroepsonderwijs en -opleiding, waaronder leerlingplaatsen. Wet nr. 4921/2022 bevatte echter verschillende wijzigingen in het beheer, de organisatie en de werking van de dienst. Zo werd een nieuwe samenstelling van de Raad van Bewind vastgesteld, de oprichting van de Raad van de Sociale Partners en het autonome beheer en beheer van de Speciale Rekening voor de Beroepsopleiding door een juridische entiteit die uitsluitend uit de sociale partners bestaat.

Representativiteit

In de particuliere sector en in de bredere publieke sector zijn de werking van de vakbonden en hun basisrechten (erkenning, representativiteit en stakingsrecht) vastgelegd in wet nr. 1264/1982, die nog steeds van kracht is. Op nationaal niveau is er slechts één arbeidersconfederatie, de Algemene Confederatie van de Griekse Arbeid ( Γενική Συνομοσπονδία Εργαζομένων Ελλάδας, GSEE).

Er bestaat geen specifieke wetgeving inzake de representativiteit van werkgevers. De wet op de collectieve onderhandelingen (wet nr. 1876/1990) verwijst naar werkgeversorganisaties met een ruimere vertegenwoordiging, die collectieve overeenkomsten kunnen ondertekenen op het gebied van hun domein. Op nationaal niveau zijn er vijf erkende werkgeversorganisaties: de Griekse Federatie van Ondernemingen (Σύνδεσμος Επιχειρήσεων και Βιομηχανιών, SEV), die de grote industrie en grote bedrijven vertegenwoordigt; de Griekse Confederatie van Handel en Ondernemerschap (Ελληνική Συνομοσπονδία Εμπορίου & Επιχειρηματικότητας, ESEE), die voornamelijk kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) in de handel vertegenwoordigt; de Griekse Confederatie van Vrije Beroepen, Ambachtslieden en Kooplieden (Γενική Συνομοσπονδία Επαγγελματιών Βιοτεχνών Εμπόρων Ελλάδας, GSEVEE), die voornamelijk KMO's in de industrie en sommige in de handel vertegenwoordigt; de Griekse Confederatie van Toerisme (Σύνδεσμος Ελληνικών Τουριστικών Επιχειρήσεων, SETE), die bij wet nr. 4144/2013 is erkend als nationale sociale partner; en de Federatie van Industrieën van Griekenland (Συνδέσμος Βιομηχανιών Ελλάδος, SBE), die bij besluit van 25 januari 2019 is hernoemd, die onlangs bij artikel 41 van Wet nr. 4554/2018 is erkend als nieuwe nationale sociale partner.

In de publieke sector is de Confederatie van Ambtenaren (Ανώτατη Διοίκηση Ενώσεων Δημοσίων Υπαλλήλων, ADEDY) de enige vakbond op nationaal niveau van werknemers in de publieke sector. ADEDY vertegenwoordigt werknemers van de overheid, van lokale overheden en van juridische organen onder de exclusieve controle van de staat of lokale autoriteiten (openbare rechtspersonen).

Over vakbondsvertegenwoordiging

Wet nr. 1264/1982 is de basiswetgeving die de bredere werking van de vakbeweging regelt en de vakbondsrechten erkent. Volgens de wet hebben minimaal 21 werknemers het recht om een vakbond op te richten en door de rechtbank te worden gevalideerd. Deze vorm van vakbond is een 'primaire vakbond' (de meest fundamentele vorm van vakbondsorganisatie); Het organiseert personen in een bepaald beroep, een bepaalde sector, een bepaalde dienst of een bepaald bedrijf/vestiging.

Vakbonden in de particuliere sector zijn georganiseerd op drie afzonderlijke niveaus: primair niveau (zoals hierboven besproken); secundair niveau, waarop er twee soorten organisaties zijn (de federaties, die bestaan uit twee of meer primaire vakbonden in een sector of beroep, en de arbeidscentra, die de vakbonden op lokaal niveau vertegenwoordigen); en tertiair niveau (de nationale confederaties).

Er zijn twee confederaties, één voor arbeiders en bedienden in de private sector (de GSEE) en één voor arbeiders en bedienden in de publieke sector (ADEDY). Beide confederaties zijn aangesloten bij het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV).
The GSEE represents private sector workers and employees, including those working in the public utility services and in private bodies in which the state has a majority stake (such as the Public Power Corporation (Δημόσια Επιχείρηση Ηλεκτρισμού, DEI) and Hellenic Post (Ελληνικά Ταχυδρομεία, ΕLΤΑ).

ADEDY is de vakbond op nationaal niveau van werknemers in de publieke sector. De vakbonden vertegenwoordigen werknemers van de overheid, van lokale overheden en van juridische organen onder de exclusieve controle van de staat of lokale autoriteiten (openbare rechtspersonen).
Two professional categories are excluded from the specific provisions of Law No. 1264/1982: journalists who can organise pensions, and ships’ workers/crews. These groups are covered under a special trade union law.

Er is ook een speciale regeling op het gebied van vakbondsrechten voor bepaalde categorieën van werknemers, zoals geüniformeerd personeel (politie, kustwacht en strijdkrachten), de geestelijkheid en de rechterlijke macht. Deze categorieën hebben in principe het recht om een vakbond of beroepsvereniging op te richten, maar zij kunnen bepaalde rechten, zoals het stakingsrecht, niet ten volle uitoefenen.

Over het algemeen zijn er geen nationale gegevens beschikbaar over de belangrijkste trends op het gebied van de vakbondsdichtheid. Een studie van het Arbeidsinstituut van de GSEE (INE-GSEE, december 2013) schatte dat de vakbondsdichtheid in de particuliere sector ongeveer 28,1% bedroeg. Van de 2.454.266 werknemers (Elstat, 2011) die mogelijk door de GSEE en ADEDY zouden kunnen worden gedekt en vertegenwoordigd, stemden 690.247 werknemers voor de verkiezing van vertegenwoordigers voor de GSEE- en ADEDY-congressen (maart en november 2013).

Volgens de gegevens van 2016 stemden 612.325 werknemers van de 2.371.929 werknemers (Elstat, 2016a) die mogelijk zouden kunnen worden gedekt en vertegenwoordigd door de GSEE en ADEDY, voor de verkiezing van vertegenwoordigers voor de GSEE- en ADEDY-congressen (maart en november 2016).

Ten slotte zijn vakbonden over het algemeen niet betrokken bij pensioenen, werkloosheidsregelingen of closed shop-systemen.

Onlangs heeft wet nr. 4808/2021 de oprichting van het register van vakbonden en het register van werknemers- en werkgeversorganisaties in het elektronische systeem van Ergani ingevoerd. Een noodzakelijke voorwaarde voor het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst is de registratie van elke vakbond en werkgeversorganisatie in het respectieve elektronische register van het ministerie van Arbeid, dat basisinformatie bevat over de organisaties, inclusief het aantal leden dat ze hebben.

Vakbondslidmaatschap en vakbondsdichtheid, 2012–2020

 201220132014201520162017201820192020Source
Trade union density in terms of active employees (%)n.a.n.a.n.a.n.a.25.81n.a.n.a.n.a.n.a.Elstat, 2016 (Labour Force Survey section), the GSEE and ADEDY (information was collected from interviews with representatives of the organisations and it refers to data derived from their congresses)
Trade union membership n.a.

Employees: 2,213,700

Members: 690,247 (voting members)

Employees: 2,264,400

Members: n.a.

Employees: 2,348,600

Members: n.a.

Employees: 2,472,100 (Q3 – the most recent)

Members: 612,325 (voting members 

n.an.an.an.a.Data processing by the INE-GSEE
Trade union density in terms of active employees (%)*n.a.23.1n.a.n.a.19.0n.a.n.a.n.a.n.a.OECD and AIAS, 2021
Trade union membership (thousands)**n.a.511n.a.n.a.459n.a.n.a.n.a.n.a.OECD and AIAS, 2021 

Toelichting: * Percentage werknemers dat lid is van een vakbond. ** Vakbondslidmaatschap van werknemers afgeleid van het totale vakbondslidmaatschap en zo nodig gecorrigeerd voor vakbondsleden buiten de actieve, afhankelijke en werkende beroepsbevolking (d.w.z. gepensioneerden, zelfstandigen, studenten, werklozen). n.v.t., niet beschikbaar.

Belangrijkste vakbondsfederaties en -federaties

De grootste federaties binnen de GSEE zijn:

  • de Helleense Federatie van Vakbonden van Bankpersoneel (Ομοσπονδία Τραπεζοϋπαλληλικών Οργανώσεων Ελλάδας, ΟΤΟΕ)

  • de Federatie van Particuliere Werknemers (Ομοσπονδία Ιδιωτικών Υπαλλήλων Ελλάδος, ΟΙΥΕ)

  • de Algemene Federatie van Werknemers van de Openbare Elektriciteitsmaatschappij (Γενική Ομοσπονδία Προσωπικού Κλάδου Ηλεκτρικής Ενέργειας, GENOP/DEI)

  • de Griekse Federatie van Bouwers en Geassocieerde Beroepen (Ομοσπονδία Οικοδόμων και Συναφών Επαγγελμάτων Ελλάδος, OOSEE)

Belangrijkste vakbondsfederaties en -federaties

NameAbbreviationNumber of membersInvolved in collective bargaining?
General Confederation of Greek LabourGSEE

Consists of 68 sectoral or sectoral/occupational federations and 79 labour centres (2016 data)

Total number of voting members: 358,761 (2016 data)

Yes
Hellenic Federation of Bank Employee UnionsOTOETotal number of voting members: 36,562 (2016 data)Yes
Federation of Private EmployeesOIYETotal number of voting members: 22,709 (2016 data)Yes
General Federation of Employees of the Public Power CorporationGENOP/DEITotal number of voting members: 12,121 (2016 data)Yes
Greek Federation of Builders and Associated ProfessionsOOSEETotal number of voting members: 12,139 (2016 data)Yes
Confederation of Public ServantsADEDY

Consists of 31 federations

Total number of voting members: 253,564 (2016 data)

No
Greek Teachers’ FederationDOETotal number of voting members: about 59,625 (2016 data)No
Panhellenic Federation of Public Hospital EmployeesPOEDINTotal number of voting members: about 37,500 (2016 data)No
Greek Federation of Secondary Education State School TeachersOLMETotal number of voting members: about 37,500 (2016 data)No
Panhellenic Federation of Workers Associations in Local GovernmentPOE-OTATotal number of voting members: about 37,500 (2016 data)

Yes

 

Het grootste arbeidscentrum is het Atheense arbeidscentrum (Εργατικό Κέντρο Αθήνας, EKA), gevolgd door het arbeidscentrum van Thessaloniki (Εργατικό Κέντρο Θεσσαλονίκης, ΕΚΘ) en het arbeidscentrum van Piraeus (Εργατικό Κέντρο Πειραιά, EKP).

De grootste federaties binnen ADEDY zijn:

  • de Griekse Federatie van Leraren (Διδασκαλική Ομοσπονδία Ελλάδος, DOE)

  • de Panhelleense Federatie van Werknemers van Openbare Ziekenhuizen (Πανελλήνια Ομοσπονδία Εργαζομένων Δημόσιων Νοσοκομείων, POEDIN)

  • de Griekse Federatie van Leraren van Staatsscholen in het Secundair Onderwijs (Ομοσπονδία Λειτουργών Μέσης Εκπαίδευσης, OLME)

  • de Panhelleense Federatie van Arbeidersverenigingen in de Lokale Overheid (Πανελλήνια Ομοσπονδία Εργαζομένων Οργανισμών Τοπικής Αυτοδιοίκησης, POE-OTA)

Er hebben zich de laatste tijd geen grote organisatorische ontwikkelingen voorgedaan in de vakbondsorganisaties.

Over werkgeversvertegenwoordiging

Een bedrijf of een enkele werkgever wordt op volledig vrijwillige basis lid van een werkgeversorganisatie. Er is geen specifieke wet die de werking van werkgeversorganisaties regelt. In de oprichting van een werkgeversorganisatie zijn de regels voor het lidmaatschap, de rechten en plichten vastgelegd.
There are various ways in which employer organisations are organised, either horizontally or vertically, according to the sector, the size of the company and the locality. Other employer organisations organise only individual companies, some organise and represent organisations or federations of employers and some do both.

Er is een schaarste aan gegevens over de dichtheid van werkgeversorganisaties.

Lidmaatschap en dichtheid werkgeversorganisatie, 2012-2019

 2012201320142015201620172018 2019Source
Employer organisation density in terms of active employees (%)n.a.n.a.n.a.n.a.n.a.52.7n.a.n.a.OECD and AIAS, 2021
Employer organisation density in private sector establishments (%)*n.a.21.0n.a.n.a.n.a.52.1n.a.7.0European Company Survey 2019 (Eurofound and Cedefop, 2020)

Opmerking: * Percentage werknemers dat werkt in een bedrijf dat lid is van een werkgeversorganisatie die betrokken is bij collectieve onderhandelingen.

De belangrijkste organisatorische trend van de afgelopen jaren is dat de bestaande (landelijke) werkgeversorganisaties op piekniveau hebben geprobeerd de reikwijdte van hun organisatorische capaciteit/domein te verbreden en hun representativiteit te versterken.

Dit is het geval voor SEV, dat in 2007 zijn statuten veranderde in een poging om grote ondernemingen te vertegenwoordigen en zichzelf omdoopte (het was voorheen de Federatie van Griekse Industrieën (Σύνδεσμος Ελληνικών Επιχειρήσεων). Daarnaast werd ESEE ook hernoemd (het was voorheen de Nationale Confederatie van de Helleense Handel (Εθνική Συνομοσπονδία Ελληνικού Εμπορίου) en veranderde het zijn statuten (2014) om de hele handelssector en het MKB in het algemeen te vertegenwoordigen. Ook de SBE, de meest recent erkende werkgeversorganisatie, veranderde haar naam (van SVVE) om haar reikwijdte te verbreden.

Belangrijkste werkgeversorganisaties

Er zijn vijf belangrijke werkgeversorganisaties. Het zijn organisaties op nationaal niveau en worden erkend als de nationale sociale partners (in termen van collectieve onderhandelingen en sociale dialoog). Het is algemeen aanvaard dat zij het grootste deel van de economische activiteit in het land bestrijken.

SEV werd opgericht in 1907 en vertegenwoordigde aanvankelijk grote industriële bedrijven; In de loop der jaren is het echter geëvolueerd en vertegenwoordigt het nu grote bedrijven, ongeacht de sector. Terwijl sommige van de leden van SEV individuele bedrijven zijn, zijn andere lokale en sectorale werkgeversorganisaties. SEV bestaat uit meer dan 600 directe lidbedrijven, 6 regionale federaties en 45 sectorale federaties en organisaties (gegevens 2019). Het is lid van de Confederation of European Business (BusinessEurope) en de Internationale Organisatie van Werkgevers.

De GSEVEE werd opgericht in 1919 en is een organisatie op nationaal niveau die het MKB vertegenwoordigt, voornamelijk in de kleinschalige industrie, maar ook in de handel. Het omvat 87 federaties (56 lokale en 30 sectorale federaties en 1 federatie voor gepensioneerden), met 140.000 individuele bedrijven als leden (gegevens van oktober 2019). De GSEVEE is lid van de Europese Vereniging van Ambachten, Kleine en Middelgrote Ondernemingen (SMEUnited).

ESEE is opgericht in 1994 en is een organisatie op nationaal niveau die voornamelijk het MKB in de handel vertegenwoordigt. ESEE vertegenwoordigt 14 federaties van handelaarsverenigingen, de meeste op lokaal niveau, en 308 lokale handelaarsverenigingen met bijna 100.000 aangesloten bedrijven (gegevens van 2016). ESEE is een aangesloten lid van zowel SMEUnited als EuroCommerce.

SETE is in 1991 opgericht door ondernemers in de toeristische sector. SETE bestaat uit 13 nationale sectorale verenigingen (met 49.476 aangesloten bedrijven) en 485 afzonderlijke toeristische eenheden (gegevens van 2019). SETE werd onlangs erkend als een nationale sociale partner die in rang gelijk is aan de andere representatieve werkgeversorganisaties na de inwerkingtreding van wet nr. 4144/2013.

De SBE (voorheen de SVVE) werd opgericht in 1915. Sinds de oprichting is het actief geweest in het bevorderen van niet alleen de industriële ontwikkeling, maar ook de economische en sociale vooruitgang in Noord-Griekenland. De leden van de federatie bestaan uit productiebedrijven en industriële organisaties. De SVVE is op 17 juli 2018 erkend als nieuwe en gelijkwaardige nationale sociale partner.

Belangrijkste werkgeversorganisaties en confederaties

NameAbbreviationNumber of membersYearInvolved in collective bargaining?
Hellenic Federation of EnterprisesSEVOver 600* direct member companies, 6 regional federations and 45 sectoral federations and associations2019Yes
Hellenic Confederation of Professionals, Craftsmen and MerchantsGSEVEE87 federations, of which 56 are local, 30 are sectoral and 1 is for pensioners; 1,100 main unions with 140,000 natural persons (entrepreneurs) registered2019Yes
Hellenic Confederation of Commerce and EntrepreneurshipESEE14 territorial federations of traders’ associations, 308 primary-level traders’ associations at city level; about 100,000 member companies2016Yes
Greek Tourism ConfederationSETEFormal members: 13 national sectoral associations (with 49,476 member companies) and 485 separate tourist units2019Yes
Federation of Industries of GreeceSBESectoral and regional federations, associations of companies and individual companies2018Yes

Opmerking: * Het exacte aantal directe leden kan niet worden berekend, aangezien de leden van de sectorale en regionale federaties niet exact kunnen worden berekend.

Er zijn geen gegevens beschikbaar over de belangrijkste trends op het gebied van de dichtheid van werkgeversorganisaties.

Tripartiete en bipartiete organen en overleg

De belangrijkste tripartiete en bipartiete organen in Griekenland worden in dit hoofdstuk beschreven.

De Economische en Sociale Raad van Griekenland (Οικονομική και Κοινωνική Επιτροπή της Ελλάδος, ΟΚΕ) is in 1994 opgericht en heeft het model van het Europees Economisch en Sociaal Comité gevolgd, dat is gebaseerd op de tripartiete plus-structuur van de vertegenwoordigde belangengroepen, namelijk de werkgeversgroep, de werknemersgroep en de groep van verschillende werkzaamheden. De laatste groep vertegenwoordigt boeren, freelance professionals, lokale overheden, consumenten, milieubeschermingsorganisaties, mensen met een handicap en organisaties die zich richten op gendergelijkheid. De belangrijkste rol van OKE is het uitbrengen van formele adviezen over sociale en economische kwesties, hetzij voordat een wetsontwerp bij het parlement wordt ingediend, hetzij op eigen initiatief. De organen van de OKE zijn de Algemene Vergadering, het Uitvoerend Comité, de Raad van Voorzitters, de voorzitter en de drie vicevoorzitters. Het Uitvoerend Comité benoemt werkcomités en een rapporteur om informatie te verzamelen en een voorstel voor te bereiden dat door OKE moet worden uitgebracht. Het werkcomité stelt een ontwerpadvies op en legt dit ter goedkeuring voor aan het Uitvoerend Comité. De uiteindelijke beslissing over het advies wordt genomen door de Algemene Vergadering. In veel gevallen neemt de bevoegde minister deel aan de beraadslagingen van de Algemene Vergadering. OKE is een permanent overlegorgaan en is wettelijk bevoegd om adviezen te verstrekken aan de overheid.
OMED, established under Law No. 1876/1990 (as amended by later legislation), is an independent institution that services the social partners when they fail to conclude a collective agreement. OMED is a bipartite body that is administered by the social partners (Presidential Decree No. 98/2014). Since the SBE was recognised as a national social partner (Law No. 4554/2018, Article 41), the governing board has consisted of 11 members: 5 members appointed by the GSEE, 5 members appointed by the employer organisations (the SEV, ESEE, the GSEVEE, SETE and the SBE) and 1 independent president elected unanimously by the parties. In addition, one representative of the Ministry of Labour participates as an observer on OMED’s administrative board; they do not have the right to vote. OMED’s mission is to provide mediation and arbitration services on collective bargaining according to the existing legislation.

Voorstellen van de bemiddelaars zijn niet bindend, maar de beslissingen van de arbiters wel. Onder wet nr. 1876/1990 namen vakbonden traditioneel eenzijdig hun toevlucht tot bemiddelings- en arbitrageprocedures om een arbitragebeslissing te krijgen (die volgens de wet gelijkstond aan een collectieve overeenkomst). Dit eenzijdige beroep op arbitrage werd in 2010 afgeschaft bij wet nr. 3899/2010, maar dit werd in 2014 gedeeltelijk teruggedraaid nadat de Raad van State een uitspraak had gedaan (nr. 2307/2014) die het recht om eenzijdig beroep te doen op arbitrageprocedures opnieuw wettig maakte; De nieuwe verordening (wet nr. 4303/2014) heeft echter een reeks nieuwe voorwaarden gesteld met betrekking tot het gebruik van het arbitragesysteem, die het in de praktijk moeilijk maken om arbitrage te laten plaatsvinden.

In 2018 handhaafde wet nr. 4549/2018 het vorige arbitrage- en bemiddelingssysteem, rekening houdend met de beslissing van het Hooggerechtshof (Raad van State). In dit arrest werd gesteld dat bij de bemiddeling en arbitrage van collectieve arbeidsgeschillen de economische situatie en het concurrentievermogen op het gebied van de productie van het collectieve geschil (een reeds bestaande bepaling) en de status van de koopkracht van het loon (een toevoeging) moesten worden onderzocht. De wet voegde ook de mogelijkheid toe van eenzijdig beroep op arbitrage:
• wanneer het voorstel van de bemiddelaar door de ene partij is aanvaard en door de andere partij is afgewezen.
•    when the mediator’s suggestion has been accepted by one party and has been rejected by the other party.

In 2021 gaf de nieuwe wet (wet nr. 4808/2021, artikel 98) OMED de bevoegdheid om de verzoening tussen werknemers en werkgevers te vergemakkelijken.

De ASE heeft een adviserende rol, gebaseerd op presidentieel decreet nrs. 184/69 en 368/89. De frequentie van de vergaderingen is afhankelijk van de vraag of de secretaris van het ministerie van Arbeid het advies van de ASΕ inwint. De ASE komt meestal twee keer per jaar bijeen. De ASE heeft zeven leden: de voorzitter (de secretaris-generaal van het ministerie van Arbeid) en zes gewone leden, bestaande uit een speciale adviseur of speciale medewerker van het ministerie van Arbeid, een deskundige op het gebied van arbeidsbeleid, een vertegenwoordiger van het ministerie van Nationale Economische Zaken, een vertegenwoordiger van het ministerie van Arbeid, een vertegenwoordiger van de werkgever en een werknemersvertegenwoordiger.

De ASE heeft de bevoegdheid om onderzoek te doen, te bestuderen en advies te geven over alle aangelegenheden die verband houden met de planning en uitvoering van het arbeids- en sociaal beleid. De ASE is actief op verschillende gebieden, waaronder beloning en arbeidsvoorwaarden in de particuliere sector, beloning en arbeidsvoorwaarden in de publieke sector, gendergelijkheid en gezondheid en veiligheid op de werkplek.

Na de herinvoering van de verplichte uitbreiding van sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten met geactualiseerde voorwaarden en procedures, heeft de ASE haar verantwoordelijkheden uitgebreid door deel te nemen aan dit proces. Volgens het ministerie van Arbeid (circulaire nr. 32921/2175/2018) stuurt de minister van Arbeid de sectorale overeenkomst naar de ASE. De ASE vraagt vervolgens aan de werkgeversorganisatie die de overeenkomst heeft ondertekend om haar ledenregister in te dienen. Dit wordt vervolgens doorgestuurd naar SEPE, die nagaat of de leden van de werkgeversorganisatie 51% van de werknemers in de betreffende sector tewerkstellen. Na het rapport van SEPE over de werkgelegenheidscijfers stelt de ASE de minister van Arbeid voor of aan de voorwaarden is voldaan om de ondertekende sectorale overeenkomst te verlengen en verplicht te verklaren. Als de werkgeversorganisatie weigert haar ledenregister in te dienen, is de verlenging niet mogelijk.

In het kader van de werking van de ASE werd in 2017 het departement voor de bestrijding van zwartwerk (Τμήμα για την αντιμετώπιση της αδήλωτης Εργασίας) opgericht. Het werd opgericht bij wet nr. 4468/2017. Met de brede betrokkenheid van de sociale partners bevordert het een tripartiete dialoog en samenwerking met het oog op de bestrijding van zwartwerk. De afdeling is op 25 september 2017 in werking getreden. De belangrijkste onderwerpen van de bijeenkomsten tot nu toe betroffen de uitvoering van de routekaart voor zwartwerk voor 2017-2019; de studie van kwantitatieve en kwalitatieve kenmerken en de preventie van zwartwerk; en de beoordeling van systemen van administratieve sancties en sancties in het algemeen en de invoering van alternatieve wijzen van naleving. Deze afdeling is momenteel inactief.

Het Nationaal Comité voor de Werkgelegenheid (Εθνική Επιτροπή Απασχόλησης) werd opgericht bij wet nr. 3144/2003, artikel 1, lid 1 (Staatscourant 111). Het werd opgericht bij het ministerie van Arbeid met deelname van vertegenwoordigers van de sociale partners.

Het doel van het comité is het bevorderen van de sociale dialoog voor het formuleren van beleid dat gericht is op het vergroten van de werkgelegenheid en het bestrijden van werkloosheid, en het adviseren over de formulering, monitoring en evaluatie van het Nationaal Actieplan voor Werkgelegenheid (Εθνικό Σχέδιο Δράσης για την Απασχόληση) en in het algemeen over werkgelegenheidsbeleid en arbeidsrecht.

Bovendien wordt op grond van artikel 85, lid 5, van Wet nr. 4368/2016 (Staatscourant 21) het jaarverslag van het Nationaal Instituut voor Arbeid en Menselijke Hulpbronnen (Εθνικό Ινστιτούτο Εργασίας και Ανθρώπινου Δυναμικού) over de resultaten van het mechanisme voor het diagnosticeren van de behoeften van de arbeidsmarkt door het Coördinatiecomité via de minister van Arbeid ingediend bij het Nationaal Comité voor de Werkgelegenheid, met het oog op het formuleren van een bredere strategie voor de ontwikkeling van het menselijk potentieel in het land en in het bijzonder het ontwerpen en uitvoeren van opleidingsprogramma's.

De vergaderingen van het comité en zijn lopende acties versterken de rol van de sociale partners bij het herontwerpen en verbeteren van de doeltreffendheid van bestaande acties en het versterken van de synergieën die de ontwikkelingsperspectieven op lange termijn op het gebied van werkgelegenheid ten goede zullen komen. Toch is deze commissie sinds 2013 inactief.

Een andere instelling in Griekenland die de dialoog over gezondheid en veiligheid op het werk tussen vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers op nationaal en sectoraal niveau bevordert, is de Raad voor gezondheid en veiligheid op het werk (Συμβούλιο Υγείας και Ασφάλειας στην Εργασία, SYAE). Het is een tripartiet en representatief overlegorgaan dat in 1985 werd opgericht. Bij wet (wet nr. 3850/2010, artikel 26) geeft SYAE adviezen over alle kwesties op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk, met inbegrip van ontwerpwetgeving. Het bestaat uit vertegenwoordigers van de sociale partners (de GSEE, SEV, de GSEVEE, ESEE en SETE) en vertegenwoordigers van het ministerie van Ontwikkeling, Concurrentievermogen en Scheepvaart, het ministerie van Volksgezondheid en Sociale Solidariteit, het ministerie van Arbeid en het ministerie van Financiën. Het omvat ook vertegenwoordigers van de Technische Kamer van Griekenland (Τεχνικό Επιμελητήριο Ελλάδος), de Pan-Helleense Medische Vereniging (Πανελλήνιος Ιατρικός Σύλλογος), de Griekse Vereniging van Chemici (Ένωση Ελλήνων Χημικών) en de Nationale Vereniging van Lokale Overheden (Εθνική Ένωση Τοπικών Αρχών).

Op 18 april 2022 werd een nieuwe wet ten uitvoer gelegd (wet nr. 4921/2022, artikel 27) die voorzag in de oprichting van de Nationale Raad voor Vaardigheden (Εθνικό Συμβούλιο Δεξιοτήτων). De doelstellingen van de raad zijn de volgende: het voorbereiden en implementeren van de strategie voor personeelsvaardigheden; toezicht te houden op kwesties in verband met permanente beroepsopleiding, omscholing en verbetering van de vaardigheden van de beroepsbevolking en hun verband met de arbeidsmarkt en de werkgelegenheid; en om suggesties voor de formulering van relevant beleid voor te leggen aan de minister van Arbeid of aan andere bevoegde instanties in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving.

De Nationale Raad voor Vaardigheden wordt benoemd door het ministerie van Arbeid en wordt voorgezeten door de gouverneur van de DYPA. Het bestaat uit 15 leden, waaronder 1 lid dat de werkgevers vertegenwoordigt die door hun organisaties met gezamenlijke beslissing zijn aangewezen.

Belangrijkste tripartiete en bipartiete lichamen

NameTypeLevelIssues covered
Economic and Social Council of Greece (OKE)Tripartite-plusNationalWages, skills, training, working time, unemployment and industrial relations
Organisation for Mediation and Arbitration (OMED)BipartiteNationalWages, working time and working conditions
Supreme Labour Council (ASE)TripartiteNationalWages, working time, industrial relations and working conditions
Committee for Combating Undeclared WorkTripartiteNationalCombating undeclared work
Government Council for EmploymentTripartiteNationalUnemployment
Council for Health and Safety at Work (SYAE)Tripartite-plusNationalOccupational health and safety

Werknemersvertegenwoordiging op werkplekniveau

Op het niveau van de werkplek worden de werknemers vertegenwoordigd door de volgende organen:
• verenigingen van mensen
• afgevaardigden en commissies op het gebied van gezondheid en veiligheid
•    works councils
•    health and safety delegates and committees

Vakbonden kunnen worden opgericht door minimaal 21 werknemers in bedrijven of vestigingen met meer dan 50 werknemers (wet nr. 1264/1982). Een vakbond die in het bedrijf is gevestigd, heeft volledige rechten bij het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten en bij overleg- en informatieprocessen.

Een vereniging van personen is geen officieel erkende vakbond; het concept van een dergelijk orgaan werd geïntroduceerd met wet nr. 4024/2011 om collectieve onderhandelingen te vergemakkelijken in kleine ondernemingen waar geen vakbonden bestaan. Een vereniging van personen kan worden opgericht door drievijfde van de werknemers; Er is geen limiet aan de duur van deze verenigingen en ze kunnen collectieve overeenkomsten ondertekenen voor bedrijven van elke omvang.

Ondernemingsraden kunnen bestaan naast ondernemingsraden op grond van wet nr. 1767/1988. Zij hebben alle rechten op informatie en raadpleging, maar geen rechten in het kader van collectieve onderhandelingen. Ondernemingsraden kunnen alleen worden ingesteld op grotere werkplekken, namelijk met 50 werknemers of meer, of op werkplekken met tussen de 20 en 49 werknemers als er geen vakbond is. In de praktijk komt dit laatste echter niet voor. Het verzoek om een ondernemingsraad in te stellen moet worden ingediend door de vakbond op het primaire niveau of door 10% van het personeelsbestand. De leden van de ondernemingsraad worden gekozen door het gehele personeelsbestand en bestaan uitsluitend uit werknemers. In werkelijkheid hebben slechts enkele bedrijven ondernemingsraden en als er geen vakbond is, komt er geen ondernemingsraad. De positie van ondernemingsraden is duidelijk minder sterk dan die van vakbonden en ze zijn niet op grote schaal opgericht, behalve in grotere bedrijven.

Afgevaardigden op het gebied van gezondheid en veiligheid kunnen worden gekozen op werkplekken met meer dan 20 werknemers en op werkplekken met meer dan 50 werknemers kan een gezondheids- en veiligheidscommissie worden opgericht. Afgevaardigden/comités op het gebied van gezondheid en veiligheid hebben een adviserende rol over de betrokken kwesties (wet nr. 1568/1985).

Regelgeving, samenstelling en bevoegdheden van de organen

BodyRegulationCompositionInvolved in company-level collective bargaining?Thresholds for/rules on when the body needs to be/can be set up
Enterprise-level union (Επιχειρησιακό σωματείο)Law No. 1264/1982Member workers of the union in the company/sector/ professionYesMinimum of 21 workers
Works council (Συμβούλιο Εργαζομένων)Law No. 1767/1988All company employees independently of trade union membershipNo (only information and consultation rights)

Can be set up only in companies with more than 50 employees or in companies with 20–49 employees with no union presence

The request to set up a works council must be made either by the primary-level union or by 10% of the workforce

Association of people (Ένωση προσώπων)Law No. 4024/2011All company employees independently of trade union membershipYesCan be established by three-fifths of the employees in a company
Health and safety delegates and health and safety committees (Εκπρόσωποι Υγιεινής και Ασφάλειας και Επιτροπές Υγιεινής και Ασφάλειας)Law No. 1568/1985All company employees independently of trade union membershipNo

Companies with up to 20 employees can have 1 health and safety delegate

The number of people on a health and safety committee depends on the number of employees (ranging from 2 people for companies with more than 50 employees to 7 people in companies with more than 2,000 employees)

 

Flag of the European UnionThis website is an official website of the European Union.
How do I know?
European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions
The tripartite EU agency providing knowledge to assist in the development of better social, employment and work-related policies