Beroepsleven landprofiel voor Griekenland

Dit profiel beschrijft de belangrijkste kenmerken van het beroepsleven in Griekenland. Het is bedoeld om de relevante achtergrondinformatie te verstrekken over de structuren, instellingen, actoren en relevante regelgeving met betrekking tot het beroepsleven.

Dit omvat indicatoren, gegevens en regelgevingssystemen met betrekking tot de volgende aspecten: actoren en instellingen, collectieve en individuele arbeidsverhoudingen, gezondheid en welzijn, beloning, arbeidstijden, vaardigheden en opleiding, en gelijkheid en non-discriminatie op het werk. De profielen worden systematisch om de twee jaar bijgewerkt.

In dit hoofdstuk worden de recente ontwikkelingen op het gebied van stakingen besproken, waarbij het aantal werkdagen wordt aangegeven dat verloren is gegaan door stakingen. Het bespreekt de juridische en institutionele – zowel collectieve als individuele – mechanismen die worden gebruikt om geschillen op te lossen en de omstandigheden waarin ze kunnen worden gebruikt.

Het stakingsrecht wordt beschermd door de Griekse grondwet (artikel 23, lid 1). Een wettige staking kan alleen worden uitgeroepen door 'wettelijk opgerichte' vakbonden. Volgens wet nr. 1264/1982 kan een primaire vakbond alleen een staking uitroepen door een besluit van de algemene vergadering. Volgens een nieuwe wet (wet nr. 4808/2021, artikel 86), die de vorige wet wijzigde (wet nr. 4152/2018), vereist het besluit om een staking in een bedrijf/fabriek uit te roepen een natuurlijke stemming of een stemming op afstand door 50% van de "financieel gevestigde vakbondsleden" (d.w.z. degenen die lidmaatschapsgeld hebben betaald). Voor korte onderbrekingen van enkele uren, die niet vaker dan één keer per week mogen worden herhaald, is een besluit van de uitvoerende raad van de vakbond echter voldoende, tenzij het huishoudelijk reglement anders bepaalt.

Wet nr. 1264/1982 bepaalde dat in het geval van vakbonden op secundair niveau (federaties) en het confederatieniveau (de GSEE), een staking werd uitgeroepen bij besluit van hun uitvoerende raad, tenzij hun huishoudelijk reglement anders bepaalt. Er is een verplichting om de werkgever ten minste 24 uur van tevoren op de hoogte te stellen van het voornemen tot staking en de eisen. Voor openbare dienstverlenende en nutsbedrijven is een opzegtermijn van vier dagen vereist. De vakbondsorganisatie die een staking uitroept, moet ervoor zorgen dat er voor de duur van de staking voldoende hulpverleners beschikbaar blijven om de veiligheid van de installaties en het materieel te garanderen en rampen of ongevallen te voorkomen. Het werven van stakingsbrekers is niet toegestaan tijdens een staking, terwijl een lock-out uitdrukkelijk verboden is door de wet.

Een nieuwe wet (wet nr. 4808/2021) heeft de context waarin een staking kan worden uitgevoerd, strenger gemaakt. Daarin staat het volgende.

  • De werkgever moet ten minste 24 uur voor het optreden van zelfs korte werkonderbrekingen op de hoogte worden gebracht.

  • Openbare of openbare nutsbedrijven mogen pas staken als er ten minste vier dagen zijn verstreken na de kennisgeving van hun eisen. Deze kennisgeving moet worden gedaan in een document dat door een gerechtsdeurwaarder wordt ingediend bij de werkgever, het ministerie dat het desbetreffende toezicht uitoefent en het ministerie van Arbeid. Daarnaast moeten de vakbonden, voordat de staking of een korte werkonderbreking plaatsvindt, een verzoek indienen bij OMED voor een openbare dialoog. Voor de duur van het publieke debat wordt de uitoefening van het stakingsrecht opgeschort en is het verboden om een vordering in te stellen bij de bevoegde rechtbanken over kwesties die verband houden met de staking in kwestie.

  • Vakbonden die een staking afkondigen, moeten tijdens de staking over het nodige beveiligingspersoneel beschikken voor de veiligheid van de bedrijfsterreinen en het voorkomen van rampen en ongevallen.

  • Naast beveiligingspersoneel is er een verplichting, met name voor openbare of nutsbedrijven, om het minimaal gegarandeerde servicepersoneel te leveren om te voorzien in de basisbehoeften van de samenleving als geheel tijdens de staking, gedefinieerd als ten minste een derde van de normaal geleverde dienst. Het percentage van het minimaal gegarandeerde dienstpersoneel (d.w.z. het beveiligingspersoneel en, indien nodig, het minimaal gegarandeerde dienstpersoneel) wordt daarom overeengekomen tussen de meest representatieve vakbond van de onderneming en de werkgever en uiterlijk op 25 november van elk jaar aan het ministerie van Arbeid meegedeeld.

Als een van de bovenstaande situaties niet het geval is, wordt de staking onwettig verklaard.

Andere vormen van vakbondsacties buiten het wettelijk kader, zoals blokkades en onofficiële stakingen, zijn illegaal.

Volgens een recente wet (wet nr. 4325/2015) is de 'politieke dienstplicht van stakers' (de verplichting om de staking te beëindigen en verplicht werk of diensten te verrichten) in het algemeen verboden en is deze alleen en strikt toegestaan in geval van oorlog, nationale verdediging of fysieke rampen of wanneer de volksgezondheid wordt bedreigd.

De belangrijkste/meest voorkomende soorten stakingen in Griekenland zijn:

  • algemene stakingen (Γενική απεργία), die door de confederatie (GSEE) worden uitgeroepen in alle sectoren van de economie; alle werknemers hebben het recht om het werk neer te leggen en dit type staking neemt meestal de vorm aan van een 24-uursstaking

  • werkonderbrekingen (Στάσηεργασίας), die door de vakbond op het juiste niveau (nationaal, sectoraal/beroepsmatig of bedrijf) worden afgekondigd voor minder uren dan een volledige werkdag

  • sectorale stakingen (Κλαδική απεργία), die worden uitgeroepen door een sectorale federatie of door een sectorale/professionele vakbond op basisniveau tegen de werkgever of tegen de regering in het geval van vakbonden in de publieke sector

Andere vakbondsacties zijn onder meer bijeenkomsten, marsen, terugtrekking van arbeiders, piketten en demonstraties.

Ontwikkelingen in industriële actie, 2012-2021

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Number of strikes (national, sectoral and enterprise level)

229

158

137

96

96

119

89

66

64

45

Number of other actions (work stoppages, rallies, marches, withdrawal of labour, picketing and demonstrations)

175

210

176

155

258

241

179

165

333

196

Bron: INE-GSEE, 2022

Mechanismen voor geschillenbeslechting

Mechanismen voor collectieve geschillenbeslechting

De mechanismen voor collectieve geschillenbeslechting in Griekenland zijn als volgt.

  • Bemiddeling (wet nr. 4808/2021): Het mechanisme vindt plaats onder het gezag van OMED. In het kader van de bemiddelingsprocedure worden collectieve geschillen onderzocht over de toepassing van de arbeidswetgeving op de werkplek, de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten en kwesties die niet onder collectieve arbeidsovereenkomsten vallen. Bemiddeling is vrijwillig en verschilt van bemiddelings- en arbitragemechanismen.

  • Bemiddeling (Wet nrs. 1876/1990, 3899/2010, 4046/2012, 4303/2014 en 4549/2018): Het mechanisme vindt plaats onder het gezag van OMED en begint na het mislukken van de onderhandelingen om een collectieve overeenkomst te sluiten. De bemiddelingsprocedure kan door elke partij eenzijdig of gezamenlijk worden aangevraagd. De bemiddeling wordt uitgevoerd door een onafhankelijke bemiddelaar, die de partijen helpt om tot overeenstemming te komen. Aan het einde van het proces heeft de bemiddelaar het recht om een voorstel voor een resolutie in te dienen, tenzij de partijen overeenkomen om over te gaan tot de collectieve overeenkomst.

  • Arbitrage (Wet nrs. 1876/1990, 3899/2010, 4046/2012, 4303/2014 en 4549/2018): Het mechanisme vindt plaats onder het gezag van OMED en begint in elk stadium van de onderhandelingen als de arbitrage is overeengekomen tussen de partijen (werkgevers en vakbonden) of eenzijdig in de volgende gevallen: door een partij, wanneer de andere partij de bemiddeling heeft geweigerd, of; wanneer het voorstel van de bemiddelaar door de ene partij is aanvaard en door de andere partij is afgewezen. Arbitrage wordt uitgevoerd door een onafhankelijke persoon (arbiter) of door een arbiterscommissie van drie leden. De beslissing is net zo bindend als de collectieve overeenkomst.

  • Herziening van het arbitragesysteem (wet nr. 4635/2019): Deze wet heeft de eerdere wetgeving met betrekking tot het recht om eenzijdig een beroep te doen op arbitrage volledig teruggedraaid. Volgens deze wet kan eenzijdige arbitrage alleen plaatsvinden als laatste redmiddel voor het oplossen van collectieve arbeidsgeschillen en uitsluitend in de volgende gevallen: als het collectieve geschil betrekking heeft op bedrijven/ondernemingen van sociaal of algemeen belang, waarvan de werking van vitaal belang is voor de basisbehoeften van de gemeenschap in het algemeen, of; indien het collectieve geschil betrekking heeft op het sluiten van een collectieve overeenkomst en de onderhandelingen tussen de partijen definitief mislukken, maar een overeenkomst noodzakelijk is voor het algemeen sociaal of algemeen belang in verband met de werking van de Griekse economie.

Individuele geschillenbeslechtingsmechanismen

De afzonderlijke mechanismen voor geschillenbeslechting in Griekenland worden in dit hoofdstuk beschreven.

Wet nr. 4808/2021 (artikel 122) schafte de verzoeningsprocedure af, die was vastgelegd in wet nr. 3996/2011, en voorzag in nieuwe regels voor de beslechting van arbeidsgeschillen.

  • Bemiddeling: Wet nr. 4808/2021 (artikel 98), waarbij Wet nr. 3996/2011 is gewijzigd, bepaalt dat het mechanisme plaatsvindt onder het gezag van OMED om collectieve geschillen of individuele geschillen van collectief belang op te lossen, tussen een werkgeversorganisatie of een enkele werkgever en een vakbond of werknemersvertegenwoordigers. Het heeft een vrijwillig karakter. Aan het einde van het bemiddelingsproces kan de bemiddelaar suggesties doen en wordt het probleem vastgelegd in notulen, waarin wordt aangegeven of er overeenstemming of onenigheid is tussen de partijen. Vóór wet nr. 4808/2021 viel het bemiddelingsproces onder de bevoegdheid van SEPE.

  • Beslechting van arbeidsgeschillen: Wet nr. 4808/2021 (artikel 122), waarbij Wet nr. 3996/2011 is gewijzigd, bepaalt dat het mechanisme plaatsvindt onder het gezag van SEPE. Een arbeidsgeschil wordt beschouwd als elke vorm van meningsverschil tussen een werknemer of een groep werknemers en de werkgever die voortvloeit uit de arbeidsrelatie met betrekking tot de uitvoering en handhaving van arbeidsrechtelijke bepalingen. Om arbeidsgeschillen op te lossen, hebben de werkgever en de betrokken werknemers of vakbonden het recht om de tussenkomst van de inspecteur van de arbeidsverhoudingen (Επιθεωρητής Εργασιακών Σχεσεων του) te vragen. Tijdens de bespreking van arbeidsgeschillen kunnen de partijen zich persoonlijk of door een wettelijke vertegenwoordiger of een andere gemachtigde laten vertegenwoordigen. Na de bespreking wordt het probleem in notulen vastgelegd en ondertekend door de partijen en de inspecteur van de arbeidsverhoudingen, die een mening over het geschil moet geven. Tegelijkertijd kan de inspecteur van de arbeidsverhoudingen een van de in de wet voorziene administratieve sancties opleggen, na schriftelijke toelichting. Als overtredingen van het arbeidsrecht strafbaar zijn, kan de inspecteur van de arbeidsverhoudingen een rechtszaak aanspannen of een klacht indienen bij de bevoegde openbare aanklager.

Gebruik van geschillenbeslechtingsmechanismen, 2012-2019

 20122013201420152016201720182019
Individual disputes21,52017,03614,03513,69113,34812,90312,69211,987
Resolved10,1257,6836,9776,5406,1646,4276,3676,358
Called off or cancelled5,1104,1453,0433,1113,5332,9792,5472,404
Brought to court6,2855,2084,0154,0403,6513,4973,7783,225

Bronnen: SEPE, 2014 (voor gegevens van 2012 en 2013); gegevens voor 2014-2019 verkregen door SEPE via e-mails en interviews

Flag of the European UnionThis website is an official website of the European Union.
How do I know?
European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions
The tripartite EU agency providing knowledge to assist in the development of better social, employment and work-related policies