Arbeidsleven landprofiel voor België
Dit profiel beschrijft de belangrijkste kenmerken van het beroepsleven in België. Het is bedoeld om de relevante achtergrondinformatie te verstrekken over de structuren, instellingen, actoren en relevante regelgeving met betrekking tot het beroepsleven.
Dit omvat indicatoren, gegevens en regelgevingssystemen met betrekking tot de volgende aspecten: actoren en instellingen, collectieve en individuele arbeidsverhoudingen, gezondheid en welzijn, beloning, arbeidstijden, vaardigheden en opleiding, en gelijkheid en non-discriminatie op het werk. De profielen worden systematisch om de twee jaar bijgewerkt.
Vakbonden, werkgeversorganisaties en overheidsinstellingen spelen een sleutelrol bij het beheer van de arbeidsverhoudingen, de arbeidsomstandigheden en de structuren van de arbeidsverhoudingen. Het zijn met elkaar verbonden onderdelen in een meerlagig bestuurssysteem dat Europees, nationaal, sectoraal, regionaal (provinciaal of lokaal) en bedrijfsniveau omvat. In dit deel wordt ingegaan op de belangrijkste spelers en instellingen en hun rol in België.
De federale overheid is bevoegd voor het arbeidsrecht en de sociale zekerheid. De Belgische Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg is verantwoordelijk voor de federale administratieve diensten op de arbeidsmarkt en het sociaal overleg, zoals de regulering van de arbeidsmarkt. De arbeidsinspectie maakt deel uit van deze federale overheidsdienst en houdt toezicht op de uitvoering van het sociaal recht en het welzijn op het werk. Uitkeringen, zoals werkloosheidsuitkeringen of onderbrekingspremies, vallen onder de bevoegdheid van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
Na de zesde staatshervorming (2011-2012) zijn de bevoegdheden voor beroepsopleiding, arbeidsmarktbeleid voor doelgroepen en het merendeel van de jobactiverende maatregelen voor werklozen overgeheveld naar de Belgische gewesten. De verantwoordelijke overheidsdiensten zijn de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) voor het Vlaamse Gewest, de Regionale Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling (FOREM) voor het Waalse Gewest en Actiris voor het Brussels Gewest.
De arbeidsrechtbanken zijn de belangrijkste instellingen die toezien op de handhaving van de rechten van de werknemers. Afhankelijk van het soort geschil kan er echter bemiddeling plaatsvinden binnen een bedrijf.
De belangrijkste instelling die toezicht houdt op en bevordering van de gezondheid en veiligheid op het werk is, is de HogeRaad voor Preventie en Bescherming op het Werk.
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Conseil supérieur pour la prévention et la protection au travail
De wet van 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten (gewijzigd door de wet van 30 december 2009) legt de criteria voor representativiteit vast. Om representatief te zijn, moet een vakbond of werkgeversorganisatie ten minste 125.000 leden tellen, een interprofessionele organisatie zijn (of deel uitmaken van een interprofessionele organisatie) van werknemers of werkgevers en een absolute meerderheid van de sectoren en activiteiten in de private en publieke sector vertegenwoordigen.
Deze criteria bepalen de externe representativiteit van de vakbonden. Wanneer een vakbond aan deze criteria voldoet, kan ze collectieve arbeidsovereenkomsten sluiten, zich kandidaat stellen voor vertegenwoordiging in een paritair comité en zich laten vertegenwoordigen in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Arbeidsraad.
Momenteel hebben drie vakbonden en de daarbij aangesloten federaties een representatieve status: het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV), het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) en de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België) België, CGSLB/ACLVB).
Meer informatie over de representativiteit van de belangrijkste organisaties van de sociale partners is te vinden in de representativiteitsstudie van Eurofound over de bedrijfstakoverkoepelende sociale partners of in de sectorale representativiteitsstudies van Eurofound.
Vakbonden, werkgeversorganisaties en overheidsinstellingen spelen een sleutelrol bij het beheer van de arbeidsverhoudingen, de arbeidsomstandigheden en de structuren van de arbeidsverhoudingen. Het zijn met elkaar verbonden onderdelen in een meerlagig bestuurssysteem dat Europees, nationaal, sectoraal, regionaal (provinciaal of lokaal) en bedrijfsniveau omvat. In dit deel wordt ingegaan op de belangrijkste actoren en instellingen en hun rol in België.
Over vakbondsvertegenwoordiging
Alle Belgische burgers hebben het recht om lid te zijn van een vakbond, ongeacht hun beroepsstatuut (werknemers, werklieden, bedienden, ambtenaren, werklozen, gepensioneerden). Belgische vakbonden zijn actief voor alle werknemers (en daarbuiten) via vele bedrijfstakken die zijn georganiseerd per sector, beroep of beroepsstatuut.
België heeft een van de hoogste vakbondsdichtheidspercentages in Europa, vergelijkbaar met de percentages in de Scandinavische landen. Tussen 2010 en 2019 bleef dit percentage vrij stabiel (tussen 50% en 56%).
Lidmaatschap en dichtheid van vakbonden, 2010-2019
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Source | |
Trade union density in terms of active employees (%)* | 53.0 | 54.2 | 54.1 | 53.3 | 52.9 | 52.3 | 51.6 | 50.7 | 50.0 | 49.1 | OECD/AIAS ICTWSS database, 2021 |
Trade union membership (thousands)** | 2,035 | 2,094 | 2,095 | 2,048 | 2,050 | 2,020 | 2,014 | 2,016 | 2,043 | 2,034 | OECD/AIAS ICTWSS database, 2021 |
Toelichting: * Percentage werknemers dat lid is van een vakbond. ** Vakbondslidmaatschap van werknemers afgeleid van het totale vakbondslidmaatschap en zo nodig aangepast voor vakbondsleden buiten de actieve, afhankelijke en werkende beroepsbevolking (d.w.z. gepensioneerden, zelfstandigen, studenten, werklozen).
: Eigen gegevens van de auteur.: Author’s own data.
Belangrijkste vakbondsfederaties en -federaties
De drie belangrijkste vakbonden zijn ACV (1,5 miljoen leden), ABVV (1,5 miljoen leden) en CGSLB/ACLVB (295.000 leden).
Belangrijkste vakbondsfederaties en -federaties
Long name | Abbreviation | Number of members | Involved in collective bargaining? |
Confederation of Christian Trade Unions (Confédération des Syndicats Chrétiens/Algemeen Christelijk Vakverbond) | CSC/ACV | 1.7 million (2014) 1,605,820 (2015) | Yes |
Belgian General Federation of Labour (Fédération Générale du Travail de Belgique/Algemeen Belgisch Vakverbond) | FGTB/ABVV | 1.5 million (2014) 1,544,916 (2015) | Yes |
Federation of Liberal Trade Unions of Belgium (Centrale Générale des Syndicats Libéraux de Belgique/Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België) | CGSLB/ACLVB | 293,952 (2014) | Yes |
Let op: Lidmaatschapsgegevens zijn inclusief het gratis vakbondslidmaatschap van studenten.
: Eigen gegevens van de auteur, gerapporteerd door vakbonden.: Author’s own data reported by trade unions.
De situatie is de afgelopen jaren niet fundamenteel veranderd: er zijn geen nieuwe vakbonden of fusies geweest en de machtsverhoudingen zijn niet veranderd. Na de sociale verkiezingen van 2012 die werden georganiseerd om de representativiteit van de vakbonden te meten, bereikte het CGLVB echter voor het eerst de drempel van 10%.
Over werkgeversvertegenwoordiging
Alle in België gevestigde bedrijven en zelfstandigen hebben het recht om zich aan te sluiten bij de werkgeversorganisatie. Net als vakbonden hebben werkgeversorganisaties nationale en/of sectorale afdelingen. Het staat bedrijven en/of zelfstandigen vrij om zich aan te sluiten bij één (of meerdere) van deze vestigingen. Volgens het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), de belangrijkste nationale werkgeversorganisatie in België, vertegenwoordigen de werkgeversorganisaties 75% van alle Belgische bedrijven. Er zijn echter geen nauwkeurige gegevens over de dichtheid van alle werkgeversorganisaties.
Werkgeversorganisaties die betrokken zijn bij collectieve onderhandelingen op zowel nationaal als sectoraal niveau, onderhandelen op nationaal of sectoraal niveau. Bijgevolg vallen alle bedrijven in het land of de sector onder de cao, ongeacht hun aansluiting bij een werkgeversorganisatie.
Lidmaatschap en dichtheid werkgeversorganisatie, 2012-2019
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Source | |
Employer organisation density in terms of active employees (%) | n.a. | n.a. | 75 | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | FEB/VBO |
Employer organisation density in terms of active employees (%) | n.a. | n.a. | 83.8 | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | OECD/AIAS ICTWSS database, 2021 |
Employer organisation density in private sector establishments (%)* | n.a. | 46 | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | 41 | European Company Survey 2019 |
Opmerking****s: * Percentage werknemers dat werkzaam is in een bedrijf dat lid is van een werkgeversorganisatie die betrokken is bij collectieve onderhandelingen. n.v.t., niet beschikbaar.
: Eigen gegevens van de auteur.: Author’s own data.
Belangrijkste werkgeversorganisaties
Het VBO is de belangrijkste nationale werkgeversorganisatie in België. Het vertegenwoordigt 50 sectorale werkgeversfederaties. In totaal vertegenwoordigt het 50.000 bedrijven, waaronder 25.000 kleine en middelgrote ondernemingen.
Andere werkgeversorganisaties zijn de BelgischeBoerenbond, de Confederatie van Social Profit Ondernemingen, deUnie van Zelfstandige Ondernemers(UNIZO) en de Franse Unie van Middenstanden (UCM).
Op gewestelijk niveau zijn de belangrijkste werkgeversorganisaties Voka, de UWE en Brussels Enterprises Commerce and Industry, naast UNIZO en UCM. De non-profitsectoren worden vertegenwoordigd door de Vereniging voor Social Profit Ondernemingen, Unipso en de Brusselse Confederatie van Social Profit Ondernemingen.
Belangrijkste werkgeversorganisaties en confederaties
Long name | Abbreviation | Number of members | Year | Involved in collective bargaining? |
Union of Self-employed Entrepreneurs (Unie van Zelfstandige Ondernemers) | UNIZO | 110,000 (35,000 directly and 75,000 indirectly via member organisations) | 2023 | Yes |
Union of the Middle Classes (Union des Classes Moyennes) | UCM | 30,000 companies and 130,000 self-employed people | 2023 | Yes |
Belgian Federation of Employers (Fédération des Entreprises de Belgique/Verbond van Belgische Ondernemingen) | FEB/VBO | 50,000 | 2023 | Yes |
Federation of Belgian Farmers (Fédération des Agriculteurs Belges/Belgische Boerenbond) | BB | 16,000 | 2020 | Yes |
Confederation of Social Profit Enterprises | UNISOC | 19,000 (estimate) | 2020 | Yes |
Bron: Eigen gegevens van de auteur
Om de twee jaar onderhandelen de drie belangrijkste vakbonden en de werkgeversvertegenwoordigers over een interprofessioneel akkoord met maatregelen op economisch en sociaal gebied voor de komende twee jaar. Als er geen overeenstemming kan worden bereikt, moet de overheid ingrijpen. Twee nationale bipartiete raden, de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Arbeidsraad, worden door de regering geraadpleegd over economische en sociale aangelegenheden op het gebied van arbeidsrecht, arbeidsrelaties en sociale zekerheid. Bovendien hebben de sociale partners het recht om sectoroverschrijdende akkoorden af te sluiten in de Nationale Arbeidsraad. In elk van de drie Belgische gewesten is er een gelijkwaardige raad: deSociaal Economische Raad van Vlaanderen(SERV), de Economische en Wallonie_Sociale Raad Wallonia_van Vlaanderen (CESW) en de Economische en Region_Sociale Raad voor het Brussels Hoofstedelijk Gewest._A De Hoge Raad voor de Preventie en Bescherming op het Werk werd opgericht om de overheid te adviseren over het welzijn van de werknemers op de werkvloer.
Belangrijkste tripartiete en bipartiete lichamen
Name | Type | Level | Issues covered |
Interprofessional agreements among the ‘Group of Ten’ | Bipartite | National | Macroeconomic issues |
Labour National Council (Conseil national du travail/National ArbeidsRaad) | Bipartite | National | Social areas |
Central Economic Council (Conseil central de l’économie/Centrale Raad voor het bedrijfsleven) | Bipartite | National | Socioeconomic issues |
Flemish Social and Economic Council (Sociaal Economische Raad van Vlaanderen) | Bipartite | Regional | Socioeconomic issues |
Walloon Social and Economic Council (Conseil économique et social de Wallonie) | Bipartite | Regional | Socioeconomic issues |
Brussels Area Social and Economic Council (Conseil économique et social de de la Région de Bruxelles-Capitale/Economische and Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) | Bipartite | Regional | Socioeconomic issues |
High Council for Prevention and Protection at Work (Conseil supérieur pour la prevention et la protection au travail/Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk) | Tripartite | National | Well-being, health and safety |
Bron: Eigen gegevens van de auteur.
Een ondernemingsraad (Ondernemingsraad, CE/OR) wordt opgericht zodra de drempel van 100 werknemers binnen een onderneming is bereikt. Het is samengesteld uit werknemersvertegenwoordigers die via sociale verkiezingen worden verkozen, en uit vertegenwoordigers van de werkgevers. Het moet minstens één keer per maand door de werkgever op het terrein van de onderneming worden opgeroepen. De CE/OR-leden worden door de werkgever geïnformeerd over de financiële situatie van de onderneming, haar productiviteit, haar toekomstige ontwikkelingen in de werkgelegenheid en haar doelstellingen. Binnen de VU/Titel moet de werkgever informatie verstrekken over substantiële geplande wijzigingen in de organisatie van het personeel, zoals een herstructurering, een sluiting van een vestiging, een fusie of de invoering van een nachtdienst, en over opleidingsmaatregelen.
Het Comitévoor preventie en bescherming op het werk (Comité voor preventie en bescherming op het werk) bestaat uit via sociale verkiezingen verkozen vertegenwoordigers van de werknemers, preventieadviseurs en leden van de bedrijfsleiding die verantwoordelijk zijn voor veiligheid en gezondheid. De commissie houdt toezicht op alle kwesties die verband houden met de gezondheid van werknemers, de werkomgeving en de arbeidsomstandigheden.
Eenvakbondsafvaardiginghet recht om aanwezig te zijn in elke onderneming die het minimumaantal werknemers telt dat is vastgelegd in de betrokken sectorale cao. De leden van de delegatie worden voorgedragen door hun vakbonden of gekozen door het personeel. Een vakbondsafvaardiging vertegenwoordigt, in tegenstelling tot de twee andere organen, alleen de vakbondsarbeiders van het bedrijf en niet het hele personeel. Het kan in het bedrijf onderhandelen over collectieve overeenkomsten en tussenkomen in elk conflict dat het personeel met de werkgever zou kunnen hebben. Bovendien heeft de vakbondsafvaardiging het recht om op de hoogte te worden gehouden van eventuele wijzigingen in de arbeidsomstandigheden. Wanneer er noch een CE/OF, noch een comité voor preventie en bescherming op de werkplek aanwezig is in de onderneming, kan de vakbondsafvaardiging de rol van deze twee organen vervullen.
Regulering, samenstelling en bevoegdheden van de vertegenwoordigende organen
Body | Regulation | Composition | Competencies | Thresholds for/rules on when the body needs to be/can be set up |
Works council | Law of 20 September 1948 on works councils | Elected employee representatives and employer representatives | Information gathering, providing advice, supervisory role, decision-making on certain predefined matters | Company employing more than 100 workers |
Workplace prevention and protection committee | Law of 4 August 1996 on the well-being of employees at the workplace | Elected employee representatives, prevention counsellors, company management | Health and safety | Company employing more than 50 workers |
Trade union delegation | Collective Agreement of 5 October 2011 | Members nominated by trade unions or elected by staff | General labour relations: working hours, premiums, working conditions (when there is no workplace prevention and protection committee or works council) | Established by sectoral collective agreement |
Bron: Eigen gegevens van de auteur.