Beroepsleven landprofiel voor Denemarken

Dit profiel beschrijft de belangrijkste kenmerken van het beroepsleven in Denemarken. Het is bedoeld om de relevante achtergrondinformatie te verstrekken over de structuren, instellingen, actoren en relevante regelgeving met betrekking tot het beroepsleven.

Dit omvat indicatoren, gegevens en regelgevingssystemen met betrekking tot de volgende aspecten: actoren en instellingen, collectieve en individuele arbeidsverhoudingen, gezondheid en welzijn, beloning, arbeidstijden, vaardigheden en opleiding, en gelijkheid en non-discriminatie op het werk. De profielen worden systematisch om de twee jaar bijgewerkt.

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de arbeidsrelatie – van begin tot einde – tussen de individuele werknemer en de werkgever, met betrekking tot de arbeidsovereenkomst, rechten en plichten, ontslag- en beëindigingsprocedures en wettelijke regelingen met betrekking tot ziekteverlof en pensionering.

Individuele arbeidsverhoudingen verwijzen naar de relatie tussen de individuele werknemer en zijn werkgever. Deze relatie wordt gevormd door wettelijke regelgeving en door de uitkomsten van onderhandelingen van de sociale partners over de arbeidsvoorwaarden. In dit deel wordt ingegaan op het begin en de beëindiging van de arbeidsrelatie en de rechten en plichten in Denemarken.

Vereisten met betrekking tot een arbeidsovereenkomst

Bij het langer dan een maand in dienst nemen van een nieuwe werknemer met een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van meer dan acht uur, is het verplicht om een arbeidsovereenkomst op te stellen.

De arbeidsovereenkomst moet binnen vier weken na aanvang van de arbeidsrelatie worden afgegeven. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in de vooroplopende Arbeidsovereenkomst.

Kinderen onder de 13 jaar mogen in de regel geen betaald werk doen. In verband met culturele activiteiten kan een vergoeding worden uitgekeerd. Aanvragen om iemand jonger dan 13 jaar te betalen, moeten naar de politie worden gestuurd. De regels met betrekking tot het werk voor 13- tot 15-jarigen en jongeren onder de 13 jaar worden beheerd door de Deense Autoriteit voor het Arbeidsmilieu.

Ontslag- en beëindigingsprocedures

Het is het recht van de werkgever volgens het voorrecht van de leiding om werknemers te ontslaan indien dat nodig is in verband met de organisatie van het werk in het bedrijf. Geschillen over vermeend onrechtmatig individueel ontslag kunnen door de vakbonden worden voorgelegd aan de Ontslagcommissie, die door de sociale partners is opgericht in overeenstemming met de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten. Personen die geen lid zijn van vakbonden die overeenkomsten ondertekenen, kunnen tegen hun ontslag in beroep gaan bij de civiele rechter.

Ontslag- en beëindigingsprocedures zijn vastgelegd in wetgeving en in collectieve arbeidsovereenkomsten. Bepalingen over beëindigingsprocedures specificeren de opzegtermijn en voor sommige bevatten collectieve overeenkomsten bepalingen over ontslagvergoedingen. De belangrijkste wet inzake het ontslag van werknemers in loondienst is de wet inzake de rechtsverhouding tussen werkgevers en werknemers in loondienst (gecodificeerde wet nr. 81 van 3 februari 2009, Funktionærloven). De belangrijkste wet inzake collectief ontslag is de wet inzake de voorafgaande kennisgeving in verband met collectief ontslag (Gecoördineerde wet nr. 291 van 22 maart 2010, Bekendtgørelse af lov (Nr 291 af 2010) om varsling m.v. i forbindelse med afskedigelser af større omfang). De in collectieve arbeidsovereenkomsten vastgelegde opzegtermijnen zijn over het algemeen kort.

Zwangerschaps-, bevallings- en vaderschapsverlof

Bepalingen inzake ouderschaps-, zwangerschaps- en vaderschapsverlof zijn vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten en in wetgeving voor personen die niet onder een collectieve arbeidsovereenkomst vallen. In principe ontvangen werknemers met verlof in verband met een geboorte het volledige loon voor de overeengekomen periode van het verlof. Het gebruik van vaderschapsverlof is de afgelopen tien jaar toegenomen. Tussen 2003 en 2018 is het totale aantal opgenomen vaderschapsverlof als percentage van het verlof waarop mannen recht hadden, gestegen van 6% naar 10%; tussen 2010 en 2018 bedroeg de stijging echter slechts 1,5% procentpunt (Cevea, 2020).

Als gevolg van de nieuwe EU-richtlijn inzake zwangerschapsverlof heeft het Deense parlement met ingang van 22 augustus 2022 een wet aangenomen (Wet inzake zwangerschapsverlof, wet nr. 343 van 22 maart 2022, Barselsloven). Voor iedereen die op of na 2 augustus 2022 is bevallen of geadopteerd van een kind, geldt een nieuwe verlofregeling. De totale hoogte van het verlofrecht blijft ongewijzigd. Ouders hebben samen recht op 48 weken verlof met zwangerschapsuitkering na de geboorte van het kind. Bovendien blijven moeders recht hebben op vier weken prenataal verlof met zwangerschapsuitkeringen.

Nieuw is dat er nu negen weken zijn gereserveerd voor de vader. Voorheen waren alleen de twee weken na de geboorte gereserveerd voor de vader, en dat zijn ze nog steeds. De negen weken kunnen niet worden overgedragen aan de moeder. Als de vader de negen weken niet opneemt, zijn ze verloren. De verwachting is dat de nu al groeiende belangstelling onder vaders voor het opnemen van vaderschapsverlof sterk zal toenemen.

Wettelijke verlofregelingen

Het wettelijk Deens ouderschapsverlof is onderverdeeld in verschillende fasen, die als volgt zijn:

  • 4 weken voor de geboorte voor de moeder

  • 2 weken na de geboorte voor beide ouders (geoormerkt)

  • 13 weken (kan gedeeld worden tussen de ouders)

  • nieuw recht volgens de wet van 9 weken aan de vader (geoormerkt – kan niet worden overgedragen)

  • Ouderschapsverlof van 32 weken aan elke ouder (64 weken), waarvan 32 weken betaald en 32 weken onbetaald.

Wettelijke verlofregelingen

Maternity leave
Maximum duration37 weeks after birth plus 4 weeks before birth. That is, 4 weeks before birth plus 2 after birth plus 9 weeks within the child’s first year plus 13 weeks (if not shared with the father) and a possible supplement of 32 weeks of parental leave. Maximum total duration 60 weeks.
ReimbursementIn 2022, the maximum maternity benefit was DKK 4,465 (€600) per week. 
If the mother is covered by a collective agreement, some of the weeks are usually at full pay.
Who pays?The state, through the Public Benefit Administration (Udbetaling Danmark). 
If the mother receives pay from her employer, the employer receives compensation from the state equivalent to the maternity benefit.
Legal basisAct on Maternity Leave (Act No. 343 of 22 March 2022, Barselsloven) and/or collective agreements.
Parental leave
Maximum durationShared parental leave after week 10 is a maximum 64 additional weeks (32 to each parent), of which only 32 are with benefits.
ReimbursementIn 2022, the maximum maternity/paternity benefit was DKK 4,465 (€600) per week for the first 32 weeks; the leave is unpaid thereafter. 
If one or both parents are covered by a collective agreement, some of the weeks are usually at full pay.
Who pays?The state, through the Public Benefit Administration.
If the mother/father receives pay from their employer, the employer receives compensation from the state equivalent to the maternity/paternity benefit.
Legal basisAct on Maternity Leave and/or collective agreements.
Paternity leave
Maximum durationPossible maximum duration of 56 weeks: 2 weeks after birth plus 9 weeks (earmarked) plus 13 weeks (if not shared with the mother) and a possible supplement of 32 weeks of parental leave.
ReimbursementIn 2022, the maximum paternity benefit was DKK 4,465 (€600) per week for the first 32 weeks; the leave is unpaid thereafter. 
If the father is covered by a collective agreement, some of the weeks are usually at full pay.
Who pays?The state, through the Public Benefit Administration. 
If the father receives pay from his employer, the employer receives compensation from the state equivalent to the maternity benefit.
Legal basisAct on Maternity Leave and/or collective agreements.

Ziekteverlof

Volgens de baanbrekende cao, de Industrial Agreement, wordt vijf weken ziekteverlof met behoud van loon toegekend aan werknemers met zes maanden anciënniteit in een bedrijf. Na vijf weken ziekte betaalt de werkgever nog eens vier weken ziekteverlof. De meeste overeenkomsten volgen een vergelijkbare praktijk.

De wet op de ziekte-uitkeringen (wet nr. 563 van 9 juni 2006 met latere wijzigingen, Sygedagpengeloof) heeft betrekking op personen die niet onder een collectieve overeenkomst vallen, met inbegrip van zelfstandigen. De werkgever betaalt de eerste 30 dagen verlof uit, daarna neemt de gemeente de verantwoordelijkheid voor het ziekengeld op grond van de wet over.

Pensioenleeftijd

De pensioen- of pensioenleeftijd wordt elke vijf jaar bij wet vastgesteld, met ingang van 1 januari 15 jaar later; de meest recente wet, die in 2035 in werking treedt, werd in december 2020 aangenomen. Tot nu toe is de pensioenleeftijd gestegen in lijn met de stijging van de levensverwachting. In 2022 was de pensioenleeftijd 67 jaar en de laatste pensioenleeftijd die in de wet werd omgezet was 69 jaar, van kracht voor mensen geboren na 1 januari 1967. De onderstaande tabel toont de vaste pensioenleeftijd vanaf 2019 en schattingen voor 2040 vanaf het Deense statistiekbureau. Als het patroon zich voortzet zoals geschat, kan de Deense jeugd van vandaag de hoogste pensioenleeftijd in de EU verwachten.

Wettelijke pensioenleeftijden van kracht tussen 2019 en 2070

Effective from 1 Jan in yearRetirement ageEffective for people born after
201965.51 January 1954
2020661 July 1954
202166.51 January 1955
2022671 July 1955
2030681 January 1963
2035691 January 1967
2040*701 January 1971
2045*711 January 1975
2050*721 January 1979
2055*72.51 January 1983
2060*731 July 1987
2065*73.51 January 1992
2070*741 July 1996

Toelichting: * Toekomstige schattingen van STAR, 2024.

vrijwillige vervroegde uittreding (efterløn) is geleidelijk gestegen, waardoor er minder jaren zitten tussen vervroegde uittreding en de ontvangst van het staatspensioen. Eind 2018 was het nog 60 jaar voor degenen die vóór de tweede helft van 1953 zijn geboren, waardoor pensionering 5 jaar voor de AOW-leeftijd een mogelijkheid is voor degenen die in aanmerking komen. Voor degenen die geboren zijn tussen januari 1967 en december 1970 heeft de vervroegde pensioenleeftijd 66 jaar bereikt. Voor personen die na juli 1959 zijn geboren, is slechts 3 jaar pensioen vóór ontvangst van het staatspensioen beschikbaar.

een nieuwe wet op het vervroegd pensioen (tidlig pension) in werking getreden, waarbij de eerste betalingen vanaf januari 2022 zijn gedaan. Het recht is gebaseerd op het aantal jaren dat iemand op 61-jarige leeftijd op de arbeidsmarkt is. Als de persoon 44 jaar heeft gewerkt, komt hij in aanmerking voor pensionering 3 jaar vóór de AOW-leeftijd, 43 jaar geeft recht op 2 jaar vervroegd pensioen en 41 jaar op 1 jaar eerder pensionering.

Flag of the European UnionThis website is an official website of the European Union.
How do I know?
European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions
The tripartite EU agency providing knowledge to assist in the development of better social, employment and work-related policies