Beroepsleven landprofiel voor Estland

Dit profiel beschrijft de belangrijkste kenmerken van het beroepsleven in Estland. Het is bedoeld om de relevante achtergrondinformatie te verstrekken over de structuren, instellingen en relevante regelgeving met betrekking tot het beroepsleven.

Dit omvat indicatoren, gegevens en regelgevingssystemen met betrekking tot de volgende aspecten: actoren en instellingen, collectieve en individuele arbeidsverhoudingen, gezondheid en welzijn, beloning, arbeidstijden, vaardigheden en opleiding, en gelijkheid en non-discriminatie op het werk. De profielen worden systematisch om de twee jaar bijgewerkt.

In dit deel wordt de huidige context beschreven met betrekking tot het landschap van de economie, de arbeidsmarkt en de arbeidsverhoudingen. Het geeft een overzicht van de ontwikkelingen van de afgelopen jaren, waaronder nieuwe en gewijzigde wetgeving, veranderingen in industriële structuren en trends in arbeidsverhoudingen.

Tussen 2012 en 2022 is het bbp van Estland aanzienlijk gestegen, met 31,9%, ruim boven het EU-gemiddelde voor dezelfde periode (15,29%). Gedurende deze periode daalde de totale werkloosheid van 9,9% naar 5,6% (een daling van 4,3 procentpunten). De grootste daling deed zich voor bij de werkloosheid onder mannen (4,8 procentpunt). De werkgelegenheidscijfers voor alle categorieën zijn tussen 2012 en 2022 gestegen en vertoonden een opmerkelijke verbetering ten opzichte van het EU-gemiddelde: de arbeidsparticipatie van jongeren steeg in de EU27 met slechts 0,6 procentpunt, terwijl deze in Estland met 3,8 procentpunt toenam. Hoewel alle werkgelegenheidscijfers tot 2018 gestaag stegen, was er in 2019 een lichte daling van deze cijfers (behalve voor vrouwen). In 2020 daalde het bbp met 3,2% ten opzichte van 2019, minder dan de daling van 6,2% in de EU27.

De wet op de arbeidsovereenkomsten (Töölepinguseadus) regelt de arbeidsverhoudingen in de particuliere sector en de wet op de ambtenarij (Avaliku teenistuse seadus) is van toepassing op de publieke sector. In 2009 is de nieuwe Wet op de arbeidsovereenkomsten van kracht geworden en in 2013 is de nieuwe Wet op de rijksdienst in werking getreden. Sinds 2014 moeten alle vormen van arbeid (betaald of vrijwillig) worden geregistreerd in het arbeidsregister.

arbeidsverhoudingen zijn geregeld in de wet op de vakbonden (Ametiühingute seadus), de wet op de trustee van werknemers (Töötajate usaldusisiku seadus), de wet op de collectieve beslechting van arbeidsgeschillen (Kollektiivse töötüli lahendamise seadus) en de wet op de collectieve arbeidsovereenkomsten (Kollektiivlepingu seadus).

Het huidige systeem van arbeidsverhoudingen in Estland werd aan het begin van de jaren 1990 ontwikkeld. Hoewel er in de loop van de decennia veel is veranderd, zijn er slechts enkele wijzigingen aangebracht in de wetgeving inzake collectieve onderhandelingen en collectieve geschillenbeslechting. Sinds 2007 heeft Estland bijvoorbeeld een tweeledig kanaal voor werknemersvertegenwoordiging: werknemers kunnen worden vertegenwoordigd door een vakbond en/of een werknemerstrustee.

In Estland zijn collectieve onderhandelingen altijd gedecentraliseerd geweest, aangezien deze meestal op bedrijfsniveau plaatsvinden. Op sectoraal niveau bestaan er slechts in twee sectoren collectieve arbeidsovereenkomsten: vervoer en gezondheidszorg. Op nationaal niveau wordt over minimumlonen gewoonlijk jaarlijks onderhandeld tussen het Estse verbond van vakverenigingen (Eesti Ametiühingute Keskliit, EAKL) en het Estse werkgeversverbond (Eesti Tööandjate Keskliit, ETKL). In 2017 werd afgesproken dat voor 2019-2022 de nationale minimumloonverhoging jaarlijks zou worden berekend op basis van arbeidsproductiviteit en economische groei. Over het minimumloon van cultuurwerkers wordt jaarlijks onderhandeld tussen de Estse federatie van werknemersvakbonden (Teenistujate Ametiliitude Keskorganisatsioon, TALO) en het ministerie van Cultuur (Kultuuriministeerium). Het heeft betrekking op alle culturele werknemers met een hogere opleiding die werkzaam zijn bij overheidsinstanties, particuliere staatsstichtingen en publiekrechtelijke instanties in een functie van hun specialiteit waarvoor hoger onderwijs vereist is, maar wordt ook aanbevolen voor het culturele veld van de particuliere sector.

Vandaag de dag is het aantal vakbondsleden in Estland een van de laagste in de EU.

De sociale dialoog in het algemeen functioneert in Estland (de sociale partners zijn bijvoorbeeld betrokken bij de beleidsvorming en zijn lid van de toezichthoudende organen van de belangrijkste organisaties die verband houden met het beroepsleven). Hoewel de sociale partners in sommige gevallen niet volledig tevreden zijn over hun betrokkenheid bij de regering of over de mate waarin met hun voorstellen rekening wordt gehouden, is hun betrokkenheid over het algemeen goed en wordt hun stem gehoord.

In 2018 hebben de sociale partners op nationaal niveau en de regering, op uitnodiging van de premier, de tripartiete sociale dialoog opnieuw ingesteld door bijeen te komen om onderwerpen te bespreken die relevant zijn voor arbeids-, belasting- en sociaal beleid. Een soortgelijke bijeenkomst vond plaats in 2020. Deze bijeenkomsten hebben hun doel goed gediend, maar er zijn ook regelmatige bijeenkomsten met de minister van Sociale Zaken ingesteld.

COVID-19 had geen substantiële impact op de arbeidsverhoudingen. Er werden nog steeds vergaderingen gehouden en er vonden geplande onderhandelingen plaats. De sociale dialoog was sterk tijdens de pandemie: in samenwerking met de sociale partners werden enkele van de belangrijkste crisisbeperkende maatregelen ontwikkeld (d.w.z. tijdelijke loonsubsidies, een verlaging van de eigen bijdragen van werknemers aan ziekte-uitkeringen), die succesvol zijn gebleken en de wil van de sociale partners om samen te werken en compromissen te sluiten, en het belang van de sociale dialoog aantonen.

Flag of the European UnionThis website is an official website of the European Union.
How do I know?
European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions
The tripartite EU agency providing knowledge to assist in the development of better social, employment and work-related policies