Beroepsleven landprofiel voor Hongarije
Dit profiel beschrijft de belangrijkste kenmerken van het beroepsleven in Hongarije. Het is bedoeld om de relevante achtergrondinformatie te verstrekken over de structuren, instellingen, actoren en relevante regelgeving met betrekking tot het beroepsleven.
Dit omvat indicatoren, gegevens en regelgevingssystemen met betrekking tot de volgende aspecten: actoren en instellingen, collectieve en individuele arbeidsverhoudingen, gezondheid en welzijn, beloning, arbeidstijden, vaardigheden en opleiding, en gelijkheid en non-discriminatie op het werk. De profielen worden systematisch om de twee jaar bijgewerkt.
De grondwet van Hongarije van 25 april 2011 garandeert werknemers, werkgevers en hun organisaties het recht op collectieve onderhandelingen en het recht om collectieve actie te voeren om hun belangen te verdedigen, met inbegrip van het recht om het werk te beëindigen (artikel XVII, afdeling 2).
Hoewel vakbondsacties die door werknemers of hun organisaties worden geïnitieerd, op een vrij gedetailleerde manier worden gereguleerd, met name stakingen, zwijgt de wetgeving over de meest voor de hand liggende mogelijke vakbondsacties van werkgevers: lock-outs.
Het stakingsrecht is geregeld in wet VII van 1989. Het stakingsrecht is gegarandeerd aan individuele werknemers die hun eigen eisen nastreven, terwijl het recht om een solidariteitsstaking te organiseren alleen aan vakbonden wordt toegekend. Als basisregel geldt dat een staking pas kan worden uitgeroepen nadat gedurende ten minste zeven dagen is geprobeerd tegenstrijdige belangen op te lossen (artikel 2).
Er zijn enkele beperkingen met betrekking tot zowel het bezit als de uitoefening van het stakingsrecht. Het stakingsrecht is niet toegestaan aan het personeel van wetshandhavingsinstanties, strijdkrachten of de rechterlijke macht. Ambtenaren die in het openbaar bestuur werken, hebben het recht om te staken, maar mogen dit alleen uitoefenen volgens de bijzondere regels die zijn vastgelegd in de overeenkomst tussen de regering en de relevante vakbonden.
Wet VII van 1989 somt de omstandigheden op waarin stakingen onwettig zijn (artikel 3).
In het geval van activiteiten van fundamenteel openbaar belang – met name openbaar vervoer, telecommunicatie, elektriciteit, water, gas en andere energievoorziening – kan het stakingsrecht alleen worden uitgeoefend voor zover het de levering van diensten op een toereikend niveau niet belemmert. Het "toereikende niveau" kan worden gedefinieerd door een wet van het parlement (volgens de wijzigingen van wet VII in 2010 en 2012), wat op sommige gebieden al is gebeurd. Deze regelgeving beperkt het stakingsrecht in de bepaalde overheidsdiensten sterk.
Andere vormen van vakbondsactie (anders dan stakingen) komen veel vaker voor in Hongarije, zoals protestbijeenkomsten en protestbijeenkomsten, demonstraties, petities en het verzamelen van handtekeningen. De eerste twee worden geregeld door wet LV van 2018 betreffende het recht op vergadering. Deze nieuwe wet is restrictiever dan zijn voorganger: demonstraties moeten maanden van tevoren worden gemeld en de politie krijgt een relatief ruime beoordelingsvrijheid om bijeenkomsten te verbieden. Klachten en openbaarmakingen van algemeen belang (klokkenluiden) werden geregeld door wet CLXV van 2013 tot deze werd vervangen door de verbeterde wet xxv van 2023. Verzoekschriften en het verzamelen van handtekeningen worden geregeld door wet CCXXXVIII van 2013 inzake referenda, Europese initiatieven en de procedure van het referendum.
Ontwikkelingen in industriële actie, 2013-2021
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
| Working hours lost (in thousands) | n.a. | 0 | n.a. | 13 | 1 | 13 | 17 | n.a. | 1 |
| Number of strikes | 1 | 0 | 2 | 7 | 5 | 6 | 12 | 2 | 4 |
Let op: n.v.t., niet beschikbaar.
Bron: Hongaars Centraal Bureau voor de Statistiek, 2022.
Mechanismen voor collectieve geschillenbeslechting
De mechanismen voor collectieve geschillenbeslechting zijn geregeld in het arbeidswetboek (wet I van 2012, artikelen 291-293).
Het is belangrijk op te merken dat in het arbeidswetboek de term "collectieve arbeidsgeschillen" wordt gebruikt, die wordt geïnterpreteerd als uitsluitend verwijzend naar geschillen van collectieve belangen.
Afhankelijk van de partijen die het oneens zijn, kunnen de werkgever en de ondernemingsraad of de werkgever en de vakbond een ad-hocbemiddelingscommissie (egyeztető bizottság) instellen om hun geschillen op te lossen (zie ook de rubriek "Werknemersvertegenwoordiging op werkplek"). De installatieovereenkomst of de collectieve overeenkomst kan ook bepalingen bevatten voor een permanent bemiddelingscomité.
Het bemiddelingscomité is samengesteld uit een gelijk aantal leden afgevaardigd door de werkgever en door de ondernemingsraad of vakbond, alsook een onafhankelijke voorzitter. De werkgever en de ondernemingsraad/vakbond kunnen vooraf schriftelijk overeenkomen zich te houden aan het besluit van de commissie. In dit geval is de beslissing van de commissie bindend. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Sommige collectieve geschillen die in het arbeidswetboek zijn gespecificeerd (artikel 236, lid 4, en artikel 263) moeten worden beslecht door een arbiter.
Sinds november 2016 kan de MTVSZ – als orgaan voor alternatieve geschillenbeslechting – door de partijen bij het geschil worden uitgenodigd om bij te staan (via verzoening of bemiddeling) of om te arbitreren.
Individuele geschillenbeslechtingsmechanismen
Volgens het arbeidswetboek (artikel 285) zijn de rechtbanken de belangrijkste organen voor individuele geschillenbeslechting. Individuele arbeidsgeschillen worden beslecht door gespecialiseerde rechtbanken, namelijk de administratieve rechtbanken en de arbeidsrechtbanken (die zich op het niveau van de districtsrechtbanken bevinden, maar alleen in de provinciehoofdsteden actief zijn). Deze rechtbanken zorgen voor de eerste aanleg, terwijl zaken die niet zijn geregeld, in tweede aanleg worden voorgelegd aan de civiele rechtbanken.
Gebruik van alternatieve mechanismen voor geschillenbeslechting
De MTVSZ is verantwoordelijk voor collectieve, niet individuele, geschillen. Een expliciete bedoeling achter de oprichting van de MTVSZ was echter om een mogelijkheid te bieden om, indien mogelijk, individuele geschillen om te zetten in collectieve geschillen door verschillende individuele geschillen rond hetzelfde onderwerp te consolideren.
Gebruik van geschillenbeslechtingsmechanismen, 2014-2021
| 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
| Court (litigation) | 14,186 | 14,273 | 13,477 | 12,667 | 6,170* | 4,615 | 7,874** | 4,481 |
| Mediation (non-litigious proceedings) | n.a. | 1,346 | 2,001 | 1,463 | 853* | 915 | 955** | 1,010 |
Toelichting: *De classificatie van arbeidsgeschillen is aanzienlijk verkleind als gevolg van wijzigingen die zijn vastgesteld in wet I van 2017 betreffende het Wetboek van Administratieve Rechtsvordering met ingang van 1 januari 2018, waardoor het aantal arbeidsgeschillen is verminderd. ** Door de afschaffing van de arbeidsrechtbanken per 31 maart 2020 zijn de cijfers in 2020 niet vergelijkbaar met de overeenkomstige aantallen van de voorgaande en volgende jaren. n.v.t., niet beschikbaar.
Bron: Nationaal Gerechtelijk Bureau, 2022