Beroepsleven landprofiel voor Letland
Dit profiel beschrijft de belangrijkste kenmerken van het beroepsleven in Letland. Het is bedoeld om de relevante achtergrondinformatie te verstrekken over de structuren, instellingen, actoren en relevante regelgeving met betrekking tot het beroepsleven.
Dit omvat indicatoren, gegevens en regelgevingssystemen met betrekking tot de volgende aspecten: actoren en instellingen, collectieve en individuele arbeidsverhoudingen, gezondheid en welzijn, beloning, arbeidstijden, vaardigheden en opleiding, en gelijkheid en non-discriminatie op het werk. De profielen worden systematisch om de twee jaar bijgewerkt.
Vakbonden, werkgeversorganisaties en overheidsinstellingen spelen een sleutelrol bij het beheer van de arbeidsverhoudingen, de arbeidsomstandigheden en de structuren van de arbeidsverhoudingen. Het zijn met elkaar verbonden onderdelen in een meerlagig bestuurssysteem dat Europees, nationaal, sectoraal, regionaal (provinciaal of lokaal) en bedrijfsniveau omvat. In dit deel wordt ingegaan op de belangrijkste actoren en instellingen en hun rol in Letland.
De instellingen op het hoogste niveau die betrokken zijn bij de regulering van het arbeidsleven zijn het algemene wetgevende orgaan, het parlement van Letland (Latvijas Republikas Saeima) en de Commissie sociale en werkgelegenheidszaken. Sommige wetgeving wordt aangenomen door het kabinet van ministers. Eerder, voordat ze door het kabinet van ministers werden aangenomen, werden normatieve voorschriften besproken tijdens vergaderingen van de staatssecretarissen en intergouvernementele werkgroepen. Sinds april 2019 hebben er geen vergaderingen meer plaatsgevonden van het Comité van het Kabinet van Ministers. De sociale dialoog en de arbeidsomstandigheden vallen onder de directe verantwoordelijkheid van het ministerie van Welzijn. Binnen het ministerie stellen de afdeling Planning en Ontwikkeling van het Sociaal Beleid, de Directie Arbeidsverhoudingen en Arbeidsbescherming, de Directie Arbeidsmarktbeleid en de Afdeling Internationale Samenwerking en EU-Beleid voorstellen op voor werkgelegenheidsbeleid en normatieve regelingen inzake het arbeidsleven en houden zij toezicht op de uitvoering van aangenomen normatieve regelingen. Het ministerie van Welzijn heeft twee uitvoerende instanties die zich rechtstreeks met de arbeidsmarkt bezighouden: het Rijksbureau voor Arbeidsvoorziening (NVA) en de VDI.
De NVA houdt zich bezig met werkgelegenheidsbevordering en werkloosheidskwesties.
De belangrijkste taak van de VDI is staatstoezicht en controle op de naleving van de normatieve voorschriften op het gebied van arbeidsrecht en arbeidsbescherming. Deze instelling bewaakt en bevordert ook de gezondheid en veiligheid op het werk. De VDI werkt samen met het Institute of Occupational Safety and Environmental Health van de Universiteit van Riga Stradins, dat een database over beroepsziekten verzamelt en bijhoudt. De werking van de VDI is wettelijk geregeld.
Het ministerie van Economische Zaken, dat verantwoordelijk is voor werkgelegenheidskwesties (het opstellen van werkgelegenheidsbeleid, het scheppen van banen, het beheer van werkgelegenheidsgerelateerde programma's die worden ondersteund door de Europese structuur- en investeringsfondsen) en daarom deelneemt aan de organisatie van het arbeidsleven, heeft ook een rol bij het reguleren van arbeidslevenskwesties.
Arbeidsrechtbanken bestaan niet in Letland.
Op nationaal niveau worden werkgevers vertegenwoordigd door één werkgeversorganisatie (de LDDK) en worden werknemers vertegenwoordigd door één vakbondsorganisatie (LBAS).
Dit systeem van vertegenwoordiging is vastgelegd in het 'Concept van tripartiete samenwerking', dat in 1998 door het kabinet van ministers werd goedgekeurd, en in de statuten van de NTSP. Het wordt bevestigd in een tripartiete overeenkomst tussen het kabinet van ministers, LBAS en de LDDK, ondertekend op 1 oktober 2004.
De rechten en plichten van de sociale partners zijn vastgelegd in het vakbondsrecht en het statuut van de werkgeversorganisaties en hun verenigingen. De beginselen van representativiteit in arbeidsverhoudingen zijn uiteengezet in deel 2 van de arbeidswet.
Over vakbondsvertegenwoordiging
De vakbondswet (artikel 4) bepaalt dat iedereen het recht heeft om vrijelijk een vakbond op te richten, zonder enige discriminatie, en het recht om geen lid te worden van een vakbond. Artikel 8 van de arbeidswet regelt het lidmaatschap van een vakbond voor werkende burgers. Werknemers en werkgevers hebben het recht om zich vrijelijk te verenigen, zonder enige directe of indirecte discriminatie, en om zich aan te sluiten bij organisaties die hun sociale, economische en beroepsrechten en -belangen verdedigen en de voordelen te ontvangen die door dergelijke organisaties worden geboden. Aansluiting bij of de wens om zich aan te sluiten bij dergelijke organisaties mag niet dienen als grond voor weigering om een arbeidsovereenkomst aan te gaan, voor de beëindiging van een arbeidsovereenkomst of om de rechten van een werknemer op andere wijze te beperken.
Sommige categorieën zijn uitgesloten van het recht om vakbonden op te richten en zich daarbij aan te sluiten. Dit zijn: medewerkers van het Bureau voor de bescherming van de grondwet, de inlichtingen- en veiligheidsdienst van Defensie en de veiligheidspolitie; Soldaten; Grenswachten. Medewerkers van de staatspolitie hebben hun eigen vakbond.
In artikel 16 van de wet op de vakbonden (aangenomen in 2014) is bepaald dat de vakbondsbelangen op nationaal niveau in de betrekkingen met het kabinet van ministers moeten worden vertegenwoordigd door de vakbondsvereniging die het grootste aantal werknemers in het land verenigt. Bovendien moeten de belangen van de vakbonden in de betrekkingen met de staat en lokale overheidsinstellingen op sector- of beroepsniveau of op het niveau van het administratieve gebied worden vertegenwoordigd door een vakbond die lid is van de vakbondsvereniging die het grootste aantal werknemers in het land verenigt. De wet staat staats- en lokale overheidsinstellingen echter toe om indien nodig samen te werken met andere vakbonden en hun verenigingen.
Lidmaatschap en dichtheid van vakbonden
Gegevens over het lidmaatschap van een vakbond worden in Letland niet officieel verzameld. LBAS heeft een eigen dataset, maar het is een interne bron en is niet openbaar beschikbaar. Ook het aantal vakbondsleden in de lidorganisaties van LBAS is niet bekend.
De beschikbare gegevens tot 2019 geven aan dat het lidmaatschap en de dichtheid gestaag zijn afgenomen. Het lidmaatschap bedroeg bijvoorbeeld ongeveer 96.000 in 2017 en daalde tot 85.700 in 2019. Het aantal werknemers in 2019 bedroeg 871.000 (gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek van Letland (CSP) en LBAS). De vakbondsdichtheid bedroeg 10,16% in 2019.
In veel gevallen houdt de daling van het vakbondslidmaatschap verband met belangrijke sociaaleconomische transformaties, zoals de sluiting van de grote Sovjetbedrijven, die traditioneel een bolwerk van vakbonden waren, het krimpende proces in de industriële ontwikkeling en hervormingen in de onderwijs- en gezondheidssector.
Lidmaatschap en dichtheid van vakbonden
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | Source | |
| Trade union density in terms of active employees (%)* | 13.7 | 13.2 | 12.9 | 12.8 | 12.7 | 12.4 | 12.3 | 11.6 | 10.16 | n.a. | n.a. | n.a. | OECD and AIAS (2021) LBAS database |
| Trade union membership (thousands)** | 105 | 103 | 102 | 100 | 100 | 97 | 96 | 93 | 85.7 | n.a. | n.a. | n.a. | OECD and AIAS (2021) LBAS database |
* Percentage werknemers dat lid is van een vakbond. ** Vakbondslidmaatschap van werknemers afgeleid voor het totale vakbondslidmaatschap en indien nodig aangepast voor vakbondsleden buiten de actieve, afhankelijke en werkende beroepsbevolking (d.w.z. gepensioneerden, zelfstandigen, studenten, werklozen).
Let op: n.v.t., niet beschikbaar.
Belangrijkste vakbondsfederaties en -federaties
De belangrijkste vakbondsfederatie is LBAS, de enige vakbondsorganisatie die de werknemers op nationaal niveau vertegenwoordigt.
Het ledenaantal van LBAS is in de loop der jaren veranderd. In 2019 werd de vakbond United Police (die ongeveer 320 leden telt) uitgesloten van LBAS. In 2017 sloot de vakbond van Letse werknemers van binnenlandse zaken (met 2.900 leden) zich aan bij LBAS. In 2021-2022 verlieten twee vakbonden op sectorniveau (de Letse vakbond voor verplegend en zorgpersoneel en de Letse vakbond voor post- en telecommunicatiewerkers) LBAS, en één vakbond op sectorniveau (de Letse vakbond voor reclasseringspersoneel) werd lid. Volgens de eigen gegevens van LBAS had het begin 2023 19 aangesloten organisaties.
Alle LBAS-filialen zijn toonaangevende vakbonden op sectorniveau. Hiervan zijn de grootste vakbonden actief in de volgende sectoren:
onderwijs (de Letse vakbond van werknemers in onderwijs en wetenschap (Latvijas Izglitibas un zinatnes darbinieku arodbiedriba, LIZDA))
gezondheidszorg (de vakbond van werknemers in de gezondheidszorg en sociale zorg van Letland (Latvijas Veselibas un socialas aprupes darbinieku arodbiedriba, LVSADA))
spoorwegen (de Letse vakbond voor de spoorweg- en transportindustrie (Latvijas Dzelzceļnieku un satiksmes nozares arodbiedrība, LDzSA))
energie (de Letse vakbond Enerģija (Latvijas arodbiedrība Enerģija, LAB 'Enerģija'))
overheidsdiensten (de vakbond van werknemers van staatsinstellingen, gemeenten en de financiële sector (Latvijas valsts iestāžu, pašvaldību, uzņēmumu un finanšu darbinieku arodbiedrība, LVIPUFDA)
openbare diensten en vervoer (de Letse vakbond van werknemers in de openbare dienst en het vervoer (Latvijas Sabiedrisko pakalpojumu un Transporta darbinieku arodbiedriba, LAKRS))
Vakbonden komen zelden voor in detailhandelsbedrijven – ook niet in buitenlandse handen – en kleine particuliere bedrijven. In sommige dienstensectoren (zoals de binnenvaart, kappers en persoonlijke dienstverlening) bestaan er geen vakbonden.
Belangrijkste vakbondsfederatie
Name | Abbreviation | Members | Year | Involved in collective bargaining? |
| Free Trade Union Confederation of Latvia (Latvijas Brīvo arodbiedrību savienība) | LBAS | 19 affiliates – sector-level trade unions | 2023 (March) | Only at national level |
Over werkgeversvertegenwoordiging
De Letse wetgeving bevat geen rechten op, plichten of beperkingen op het lidmaatschap van werkgeversorganisaties. De wet bepaalt dat een werkgeversorganisatie een publieke organisatie is die is opgericht door ten minste vijf werkgevers en die de economische, sociale en professionele belangen van haar leden vertegenwoordigt en beschermt en andere belangen die in overeenstemming zijn met de doelstellingen en functies van de organisatie. Leden van een werkgeversorganisatie kunnen natuurlijke personen of rechtspersonen zijn die op basis van een arbeidsovereenkomst ten minste één werknemer in dienst hebben.
Een vereniging van werkgeversorganisaties kan worden opgericht als ten minste drie werkgeversorganisaties zich verenigen. Een werkgever die geen lid is van een werkgeversorganisatie kan ook lid zijn van een vereniging van werkgeversorganisaties als hij op basis van een arbeidsovereenkomst ten minste 50 werknemers in dienst heeft.
Verenigingen van werkgeversorganisaties en grote ondernemingen die voldoen aan de vertegenwoordigingsvereisten van de arbeidswet komen in aanmerking om werkgevers te vertegenwoordigen in onderhandelingen op sectorniveau.
Ondanks de goede opzet van het vertegenwoordigingssysteem komen het zelden voor dat werkgeversorganisaties betrokken zijn bij collectieve onderhandelingen, zelfs als ze lid zijn van de nationale werkgeversorganisatie de LDDK.
Lidmaatschap en dichtheid werkgeversorganisatie
Officiële gegevens over het lidmaatschap van werkgeversorganisaties worden niet verzameld en werkgeversorganisaties houden geen toezicht op de dichtheid. Daarom is het lidmaatschap, evenals de dekking en dichtheid, in termen van werknemers niet duidelijk. De LDDK meldt dat haar leden in 2009 37% van alle werkenden in dienst hadden en in 2019 44% (een stijging van 19% in 10 jaar). Volgens het jaarverslag van de LDDK over 2021 had de LDDK in 2021 173 leden. Gegevens voor 2022 zijn niet gepubliceerd. Volgens de website van de LDDK heeft de LDDK momenteel 157 leden, waarvan 96 grote ondernemingen en 61 werkgeversorganisaties.
Lidmaatschap is niet verplicht.
Lidmaatschap en dichtheid werkgeversorganisatie, 2009–2022 (%)
2009 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | Source | |
| Employer organisation density in terms of active employees | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | 54.4 | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | OECD and AIAS (2021) |
| Employer organisation density in terms of active employees | 37 | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | 44 | n.a. | n.a. | n.a. | Self-reported by LDDK |
| Employer organisation density in the private sector* | n.a. | 9 | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | n.a. | 10 | n.a. | n.a. | n.a. | European Company Survey 2013–2019 |
* Percentage werknemers dat werkt in een bedrijf dat lid is van een werkgeversorganisatie die betrokken is bij collectieve onderhandelingen.
Let op: n.v.t., niet beschikbaar. Gegevens voor 2010-2012 niet beschikbaar; Kolommen uitgesloten van de tabel wegens ruimtegebrek.
Belangrijkste werkgeversorganisaties en confederaties
De LDDK is de grootste werkgeversorganisatie en de enige werkgeversvertegenwoordiger op nationaal niveau. Het werd uitsluitend opgericht met het oog op de sociale dialoog.
De LTRK is de grootste ondernemersvereniging, maar is volgens de wet geen werkgeversorganisatie. De belangrijkste sectoren van de onderneming zijn het ondernemingsklimaat, het concurrentievermogen van het bedrijfsleven en de export.
Belangrijkste werkgeversorganisatie
Name | Abbreviation | Members | Year | Involved in collective bargaining? |
| Employers’ Confederation of Latvia (Latvijas Darba Devēju konfederācija) | LDDK | 96 sector leaders (companies with more than 50 employees) 61 sectoral and regional associations and federations | 2023 (March) | Only at national level |
Het belangrijkste tripartiete orgaan is de NTSP, waarvan de werking wordt geregeld door haar statuten (aangenomen op 30 oktober 1998). Volgens haar statuten is de NTSP gebaseerd op het beginsel van pariteit van de vertegenwoordigers van het kabinet van ministers (de regering), de LDDK en de LBAS.
In overeenstemming met de statuten onderzoekt de NTSP beleidsplanningsdocumenten en ontwerpen van normatieve wetten en formuleert voorstellen ter verbetering ervan op de volgende gebieden: sociale zekerheid, richtsnoeren inzake de staatsbegroting, de economische en regionale ontwikkelingsstrategieën, gezondheid, de ontwikkeling van algemeen en beroepsonderwijs, werkgelegenheid en de classificatie van beroepen, en de uitvoering van internationale verplichtingen.
De NTSP biedt een discussieplatform in twee fasen: in de eerste fase worden discussies gevoerd binnen subraden en in de tweede fase worden discussies gevoerd binnen het hoofdorgaan van de NTSP. De NTSP had in 2022 10 deelraden.
Het uitvoerend orgaan van de NTSP is het secretariaat. Aanvankelijk werden de NTSP en haar secretariaat beheerd door het ministerie van Welzijn, maar later werd de juridische status van de raad verheven zodat deze direct ondergeschikt is aan de premier. Bijgevolg wordt het secretariaat nu beheerd door de Staatskanselarij. De secretaris van de NTSP is ondergeschikt aan de Staatskanselarij in institutionele aangelegenheden en aan de premier in functionele aangelegenheden.
Vergaderingen van de NTSP worden op verzoek georganiseerd en worden ten minste eenmaal per twee maanden gehouden.
De institutionele regulering en werkorganisatie van het NTSP zijn de afgelopen drie jaar niet veranderd.
Er zijn enkele organen, zoals adviesraden en werkgroepen, waarin de sociale partners moeten worden uitgenodigd om deel te nemen, maar deze zijn niet specifiek opgericht met het oog op de sociale dialoog. Een voorbeeld van zo'n organisatie is de Raad voor het Bedrijfsleven en zijn commissies, waarin de LDDK en LBAS vertegenwoordigd zijn in de hoofdraad en in de commissies.
De sociale partners op nationaal niveau LBAS en de LDDK hebben – in 2004 – en drie wederzijdse samenwerkingsakkoorden – in 1994, 2007 en 2013 (geldig tot 2020) – gesloten met het oog op het creëren van een gunstig economisch klimaat en industriële vrede.
Op 25 mei 2022 ondertekenden de vijf grootste samenwerkingspartijen van de overheid – de LDDK en LBAS als sociale partners en de LTRK, de LPS en de Letse Academie van Wetenschappen als samenwerkingspartners – een memorandum van overeenstemming dat voorzag in de verdere coördinatie van acties en een eensgezind standpunt in onderhandelingen met de staatsadministratie om de gestelde doelen te bereiken.
Hoofd tripartiet en bipartiete lichaam
| Name | Type | Level | Issues covered |
| National Tripartite Cooperation Council (Nacionālā trīspusējās sadarbības padome, NTSP) | Tripartite | National | Issues that concern employers and employees |
Artikel 10 van de arbeidswet bepaalt dat werknemersvertegenwoordigers ofwel:
vakbondsleden of functionarissen van vakbondsverenigingen
bevoegde werknemersvertegenwoordigers die zijn gekozen in overeenstemming met de arbeidswet
Werknemersvertegenwoordigers zijn verplicht de sociale, economische en beroepsrechten en -belangen van werknemers te verdedigen.
Vakbonden kunnen worden opgericht in overeenstemming met de vakbondswet. De wet stelt geen drempels voor lidmaatschap vast, maar in de statuten van bestaande vakbonden is bepaald dat niet minder dan drie personen een vakbondsorganisatie mogen oprichten.
Gemachtigde werknemersvertegenwoordigers kunnen worden gekozen als een onderneming vijf of meer werknemers in dienst heeft. De arbeidswet vereist niet de benoeming van een werknemersvertegenwoordiger voor informatie en raadpleging, maar voorziet in handige informatie- en raadplegingsprocedures.
De wet staat een onbepaald aantal vakbonden en gemachtigde werknemersvertegenwoordigers toe in één onderneming. Het vereist echter dat alle bestaande werknemersvertegenwoordigers gemachtigd zijn om gezamenlijke onderhandelingen met een werkgever te voeren in verhouding tot het aantal personen dat zij vertegenwoordigen, maar niet minder dan één vertegenwoordiger elk.
De wet vereist dat werknemersvertegenwoordigers een eensgezind standpunt innemen ten aanzien van de werkgever in gevallen waarin: meerdere vertegenwoordigers zijn gekozen, vertegenwoordigers van verschillende vakbonden zijn aangewezen voor onderhandelingen met een werkgever, of vertegenwoordigers van één vakbond of vertegenwoordigers van meerdere vakbonden en gemachtigde werknemersvertegenwoordigers zijn aangewezen voor onderhandelingen met een werkgever.
De wet inzake de informatie en raadpleging van werknemers in handelsondernemingen op EU-niveau en groepen van handelsondernemingen op EU-niveau regelt het recht om Europese ondernemingsraden op te richten en te functioneren.
Regelgeving, samenstelling en bevoegdheden van de organen
Body | Regulation | Composition | Involved in company-level collective bargaining? | Thresholds for/rules on when the body needs to be/can be set up |
| Trade union (arodorganizācija) | Labour Law, Sections 10 and 11 Trade Union Law | Employees | Yes | Voluntary; the company must have at least three workers. |
| Employee representative (darbinieku pārstāvis) | Labour Law | Employee | Yes | Voluntary; the company must have five or more workers. |
| European works council (Eiropas Darbinieku padome) | Law on information and consultation of workers in EU-level commercial companies and groups of EU-level commercial companies | Employees | Yes | Voluntary; thresholds are not set. Should be established for information and consultation of workers in EU-level commercial companies and groups of EU-level commercial companies or employee representatives |