Beroepsleven landprofiel voor Luxemburg
Dit profiel beschrijft de belangrijkste kenmerken van het beroepsleven in Luxemburg. Het is bedoeld om de relevante achtergrondinformatie te verstrekken over de structuren, instellingen, actoren en relevante regelgeving met betrekking tot het beroepsleven.
Dit omvat indicatoren, gegevens en regelgevingssystemen met betrekking tot de volgende aspecten: actoren en instellingen, collectieve en individuele arbeidsverhoudingen, gezondheid en welzijn, beloning, arbeidstijden, vaardigheden en opleiding, en gelijkheid en non-discriminatie op het werk. De profielen worden systematisch om de twee jaar bijgewerkt.
Het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking van Luxemburg was in 2022 bijna drie keer hoger dan het gemiddelde van de EU27. Met een groei van bijna 2,3% in 2019 is de Luxemburgse economie een van de sterkste in de EU.
Op 31 december 2023 telde Luxemburg 672.050 inwoners. Het aandeel buitenlanders dat in het groothertogdom woonde, was hoog. Op dezelfde datum waren buitenlandse ingezetenen goed voor 317.678 mensen, wat neerkomt op 47,3% van de totale bevolking.
Date | Total population | Luxembourgish men | Luxembourgish women | Foreign men | Foreign women | Share of foreigners (%) |
31 December 2019 | 626,108 | 162,267 | 167,376 | 152,697 | 143,768 | 47.4 |
31 December 2020 | 634,730 | 165,056 | 170,248 | 154,400 | 145,026 | 47.2 |
31 December 2021 | 645,397 | 168,014 | 173,216 | 157,050 | 147,117 | 47.1 |
31 December 2022 | 660,809 | 171,126 | 176,276 | 161,318 | 152,089 | 47.4 |
31 December 2023 | 672,050 | 174,675 | 179,697 | 163,599 | 154,079 | 47.3 |
Bron: Statec, 2023a
De arbeidsmarkt blijft zeer actief, want naast de 288.918 werknemers die in Luxemburg wonen, steken dagelijks 227.623 grensarbeiders de Belgische, Franse en Duitse grens over om in Luxemburg te werken (december 2023).
Werkgelegenheidssituatie 2021-2023
Total | Luxembourg residents | Cross-border commuters | Cross-border commuters (%) | ||
December 2021 | Private sector employees | 430,534 | 222,171 | 208,363 | 48.4 |
| Civil servants | 34,837 | 32,744 | 2,093 | 6.0 | |
| Self-employed people | 28,763 | 23,101 | 5,662 | 19.7 | |
| Total domestic employment | 494,134 | 278,016 | 216,118 | 43.7 | |
December 2022 | Private sector employees | 444,143 | 228,654 | 215,489 | 48.5 |
| Civil servants | 36,096 | 33,758 | 2,338 | 6.5 | |
| Self-employed people | 29,386 | 23,421 | 5,965 | 20.3 | |
| Total domestic employment | 509,625 | 285,833 | 223,792 | 43.9 | |
December 2023 | Private sector employees | 448,936 | 230,148 | 218,788 | 48.7 |
| Civil servants | 37,502 | 34,939 | 2,563 | 6.8 | |
| Self-employed people | 30,103 | 23,831 | 6,272 | 20.8 | |
| Total domestic employment | 516,541 | 288,918 | 227,623 | 44.1 |
Opmerking: Mensen met een baan in huishoudelijk werk in Luxemburg.
Bron: Ministerie van Sociale Zekerheid, Algemene Inspectie van de Sociale Zekerheid (IGSS), 2023 (berekeningen van het Luxemburgs Instituut voor Sociaal-Economisch Onderzoek (LISER))
Het groeipercentage van de totale binnenlandse werkgelegenheid tussen 2021 en 2022 (december) bedroeg 3,1%. Voor grensoverschrijdende arbeid bedroeg dit 3,6% en voor de tewerkstelling van Luxemburgers (Luxemburgers en buitenlanders) 2,8%. Het groeipercentage was lager tussen 2022 en 2023 (december): 1,4% voor alle binnenlandse tewerkstellingen, 1,7% voor grensoverschrijdende tewerkstelling en 1,1% voor de tewerkstelling van Luxemburgers.
In december 2022 waren 15.760 werkloze inwoners geregistreerd bij het Nationaal Arbeidsbureau (Agence pour le développement de l'emploi, ADEM) als beschikbaar voor werk (ADEM, 2023a). Dit was een daling van 3,9% ten opzichte van december 2021 (ADEM, 2023b). In 2022 bedroeg het werkloosheidspercentage 4,8% (gecorrigeerd voor seizoensvariaties). Om vergelijkbare waarden waar te nemen, moeten we teruggaan naar eind 2008 en begin 2009. Op 31 december 2023 waren in totaal 18.198 werkloze inwoners beschikbaar voor werk (werkloosheidspercentage van 5,5%), dit betekende een stijging van 2.438 personen (15,5%) ten opzichte van 31 december 2022. Volgens de laatste gegevens bedroeg het aantal bij de ADEM ingeschreven ingezeten werkzoekenden op 31 maart 2024 17.654 (werkloosheidspercentage van 5,6%), een stijging van 2.322 (of 15,1%) ten opzichte van maart 2023.
Alle arbeidswetgeving met betrekking tot werkgeversvertegenwoordiging, vakbondsvertegenwoordiging en collectieve onderhandelingen is opgenomen in de Arbeidswet. De wettelijke werkweek is 40 uur, die kan worden verlengd tot 48 uur. In 2016 was er echter een belangrijke wijziging in de arbeidswet met betrekking tot de arbeidstijdregeling, waarbij een tijdelijk geldig systeem van referentieperioden werd vervangen door een permanent systeem. Dit systeem maakt het mogelijk om de referentieperiode onder bepaalde voorwaarden en met bepaalde beperkingen te verlengen tot vier maanden, of zelfs tot 12 maanden door middel van collectieve onderhandelingen. In de praktijk maakt deze hervorming het mogelijk om de wekelijkse arbeidstijd te verlengen tot boven de vastgestelde uren, op voorwaarde dat deze gemiddeld minder dan 48 uur per week blijft over een periode van vier maanden, of meer, afhankelijk van de collectieve arbeidsovereenkomsten.
Bovendien is in 2016 de wet tot hervorming van de werknemersvertegenwoordiging in ondernemingen geleidelijk in werking getreden en is op 1 december 2016 een hervorming van het ouderschapsverlof in werking getreden.
Ten slotte heeft de wet van 25 april 2019 tot wijziging van het arbeidswetboek de minimumduur van de wettelijke vakantiedagen verlengd tot 26 werkdagen per jaar, ongeacht de leeftijd van de werknemer – d.w.z. een dag meer dan voorheen, waarbij een wettelijke feestdag op 9 mei (Europadag) wordt toegevoegd.
Het concept van het "Luxemburgse model" wordt vaak genoemd wanneer het gaat over de sociale dialoog of de arbeidsverhoudingen binnen het Groothertogdom. Het model is dat van een structuur en cultuur van sociale dialoog die in staat zijn om meningsverschillen op te lossen en om de belangrijkste spelers met verschillende achtergronden samen te brengen om consensus te bereiken over welke maatregelen het economische en sociale welzijn van het land zullen verbeteren. Deze dimensie blijft een grote weerklank vinden bij degenen die op alle niveaus betrokken zijn bij de sociale dialoog. Een ander kenmerk van de Luxemburgse sociale dialoog is de traditionele tripartiete dimensie, waarbij vakbonden, werkgeversorganisaties en de regering betrokken zijn. De staat wordt beschouwd als een volwaardige sociale partner. Over de meeste belangrijke overeenkomsten die op nationaal niveau worden bereikt, bijvoorbeeld over inflatiebeheersing, begrotingsevenwicht, concurrentievermogen van bedrijven en de situatie op de arbeidsmarkt, wordt door alle drie de partijen onderhandeld. Tot 2010 werd het tripartiete model van Luxemburg niet ter discussie gesteld (Thill en Thomas, 2010). De eerste ernstige schending van de tripartiete dialoog vond plaats in april 2010, toen het tripartiete coördinatiecomité (Comité de coordination tripartite) aankondigde dat de besprekingen over het concurrentievermogen van de Luxemburgse economie, het werkgelegenheidsbeleid en de overheidsfinanciën niet tot een akkoord hadden geleid. De regering, die het land sinds december 2013 leidt, heeft echter benadrukt dat zij zich inzet voor de sociale dialoog en streeft naar herstel van de tripartiete coördinatie. Na de ondertekening van een bilaterale overeenkomst met de vakbonden (in november 2014) en een andere met werkgeversvertegenwoordigers (in januari 2015), moedigde de regering de sociale partners aan om terug te keren naar de vroegere traditie van tripartiet overleg in het land (Eurofound, 2015). Ondanks de inzet van de regering vertraagt de sociale dialoog op nationaal niveau sinds 2016. Er werden verschillende bipartiete vergaderingen gehouden, maar er waren geen nationale tripartiete onderhandelingen op de agenda. Pas op 30 juni 2019 werd een tripartiete vergadering afgesloten met nieuwe overeenkomsten in de staalsector. Tijdens de COVID-19-crisis hebben verschillende tripartiete vergaderingen plaatsgevonden om het beheer van de pandemie en de uitvoering van maatregelen om de effecten van de loonindexering te matigen, te bespreken.