Eurofound Blog
Eurofound Blog
Blogbericht
22 September 2025

Investeren in de toekomst van onze kinderen begint met het ondersteunen van de werknemers die voor hen zorgen

In haar State of the Union-toespraak in 2025 heeft de voorzitter van de Europese Commissie, Von der Leyen, zich opnieuw gecommitteerd aan het EU-ideaal van gelijke kansen door te beloven armoede tegen 2050 aan te pakken. Deze belofte komt op een cruciaal moment, aangezien de ongelijkheden in de toegang tot voor- en vroegschoolse educatie en opvang toenemen.

Bij nadere beschouwing van de gegevens komt een grimmige realiteit naar voren: de kinderen die het meeste baat hebben bij deze diensten, zijn juist degenen die achterblijven. Deze analyse – die gebruikmaakt van gegevens uit de Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden 2024 van Eurofound en de EU SILC – onderzoekt de kloof in de deelname aan voor- en vroegschoolse educatie en ouderschap en stelt dat de oplossing ligt in een toegewijd en goed ondersteund personeelsbestand.

Aandacht voor de kloof

Voor- en vroegschoolse educatie en opvang vormen een belangrijk onderdeel van verschillende belangrijke sociale beleidskaders van de EU: de Europese pijler van sociale rechten, de Europese kindergarantie, de Europese onderwijsruimte; en de herziene Barcelona-doelstellingen (als onderdeel van de EU-zorgstrategie). Al deze EU-initiatieven benadrukken het belang van het vergroten van de participatie van kinderen in voor- en vroegschoolse educatie en opvang.

In 2024 profiteerden echter slechts de helft van het aantal jonge kinderen met een risico op armoede of sociale uitsluiting (OOJK) (23,6%), vergeleken met kinderen die geen risico lopen (43,9%) (figuur 1). Het verschil in participatiegraad was meer dan het dubbele in het geval van Duitsland, Frankrijk, Italië, Ierland en België. In Polen en Kroatië was de participatiegraad van kinderen die het risico liepen op armoede of sociale uitsluiting meer dan vier keer lager dan in het geval van kinderen jonger dan drie jaar, die geen risico liepen.

Data item
Data visualisation
Figuur 1

ECEC participation rate for children under the age of three by AROPE status, EU-27, 2024 (%)

Data has been labelled as unreliable in the case of children AROPE in the case of Czechia, Denmark, Ireland, Cyprus, Latvia, Lithuania, Malta, the Netherlands, Romania and Slovenia. Data has been labelled as provisional in the case of Lithuania as of data of publication (September 2025).

Source: EU-SILC (ilc_caindform25b)

Helaas is dit verschil de afgelopen 10 jaar groter geworden: van een verschil van 12,1 procentpunt in 2015 tot een verschil van 20,3 procentpunt in 2024 (figuur 2).

In het geval van kinderen van drie jaar tot de verplichte leerplichtige minimumleeftijd is de stijging in deze periode weliswaar niet zo groot (+3 procentpunten), maar de kloof zelf is aanzienlijk groter: een schokkende 50,5 procentpunten in het verschil tussen de deelname van kinderen die wel en geen risico lopen.

Data item
Data visualisation
Figuur 2

ECEC participation rate for children who are AROPE and who are not AROPE by age group, EU-27, 2015–2024 (%)

Identifier: uiLnk

Verandering begint bij het personeelsbestand

Het staat buiten kijf dat goed gekwalificeerde arbeidskrachten van cruciaal belang zijn voor het waarborgen van toegankelijke, inclusieve en hoogwaardige diensten. Het personeelsbestand van voor- en vroegschoolse educatie en opvang wordt echter chronisch ondergewaardeerd.

De mensen die zich aan dit werk wijden, tonen vaak een sterk gevoel van doelgerichtheid, een goede balans tussen werk en privéleven en toewijding aan training. Dit blijkt uitde gegevens van de EWCS

Onderwijsmedewerkers scoren significant hoger dan alle andere sectoren van de arbeidsmarkt als het gaat om het nut van het eigen werk (figuur 3).

Data item
Data visualisation
Figuur 3

Perceived usefulness of one's work (%)

Identifier: lHPAr

Daar komt nog bij dat de balans tussen werk en privéleven van werknemers in het onderwijs er beter uitziet dan die van het gemiddelde in alle sectoren van de arbeidsmarkt: gemiddeld 20 procentpunten hoger in 2021. De kloof is in 2024 gedicht, vooral als gevolg van een betere balans tussen werk en privéleven in alle sectoren in vergelijking met de twee onderstaande onderwijssectoren (figuur 4).

Data item
Data visualisation
Figuur 4

Work-life balance - well or very well (%)

Identifier: Hgmwq

Om ervoor te zorgen dat deze ogenschijnlijk gemotiveerde beroepsbevolking klaar staat om de OOJK-diensten uit te breiden naar iedereen, is training een essentieel aspect om te overwegen. Hoewel slechts iets meer dan de helft van de leerkrachten in het kleuter- en basisonderwijs aangaf in 2024 een betaalde of on-the-job opleiding te hebben gevolgd (figuren 5 en 6), zijn deze percentages hoger dan het gemiddelde op de arbeidsmarkt. Maar is het voldoende om hen uit te rusten met de instrumenten om jonge kinderen die het meeste risico lopen te identificeren en te ondersteunen?

Data item
Data visualisation
Figuur 5

Identifier: oaUBC
Data item
Data visualisation
Figuur 6

On-the-job training (%)

Identifier: M9jMQ

Naast de waargenomen tevredenheid met het werk en een goede balans tussen werk en privéleven, is het aanbieden van opleidingsmogelijkheden een belangrijke bepalende factor om het personeelsverloop te verminderen, vooral in moeilijk bereikbare gebieden waar het gebrek aan personeel kan leiden tot sluiting van de dienst.

Een andere belangrijke factor is natuurlijk het loon. Uit een recent rapport van Eurofound bleek dat de lonen voor werknemers in de meeste landen net boven het minimumloon lagen. Bovendien vond het hoge percentages deeltijdwerk en tijdelijke contracten - een combinatie die suggereert dat OOJK-werknemers ondergewaardeerd zijn.

Hogere lonen en vaste contracten verhogen de retentie, wat cruciaal is voor het behoud van een stabiel en ervaren personeelsbestand. Door de fundamentele kwesties van loon en arbeidsomstandigheden aan te pakken, kunnen beleidsmakers OOJK-professionals in staat stellen de hoogwaardige diensten te leveren die nodig zijn om de participatiekloof te dichten en elk kind een eerlijke start te geven.

Vooruit

Zoals uit de gegevens blijkt, is de participatiegraad in de loop van de tijd toegenomen, maar zijn de ongelijkheden de afgelopen 10 jaar groter geworden. Deze groeiende kloof in participatiegraad tussen kinderen uit kansarme milieus en hun meer welvarende leeftijdsgenoten vraagt om een meer gerichte aanpak.

Hoewel de beleidskaders voor voor- en vroegschoolse educatie en opvang op EU-niveau solide zijn, is het belangrijk om meer aandacht te besteden aan het financieren van personeelsmaatregelen die verder gaan dan de basis en in plaats daarvan gericht zijn op investeringen in de mensen die de vroege ontwikkeling van een kind vormgeven.

Uit de gegevens kunnen we opmaken dat de professionals die zich inzetten voor voor- en vroegschoolse educatie en opvang een sterk gevoel van doelgerichtheid hebben, een grotendeels gezonde balans tussen werk en privéleven en een toewijding aan voortdurende opleiding. Toch zijn ze fundamenteel ondergewaardeerd, met loonniveaus die nauwelijks boven het minimumloon liggen, en werken ze te vaak met onzekere contracten. Deze ongelijkheid is een belangrijk zwak punt in het OOJK-systeem.

Om de inzet van de EU om armoede te bestrijden effectief te maken, moet er ook een inzet zijn voor de beroepsbevolking voor voor- en vroeg- en vroegschoolse educatie. De komende herzieningen van de Europese pijler van sociale rechten en de herziene doelstellingen van Barcelona bieden een cruciale kans om actie te ondernemen. Beleidsmakers moeten indicatoren over het gebruik van deze diensten door verschillende groepen kinderen opnemen in het sociaal scorebord.

Het Europees Sociaal Fonds Plus is van vitaal belang geweest bij de ondersteuning van de beroepsbevolking voor voor- en vroegschoolse educatie. Met het oog op de toekomst is het van essentieel belang dat het volgende meerjarig financieel kader (2028-2034) voldoende financiering biedt om niet alleen te investeren in infrastructuur, maar ook in de mensen die deze diensten leveren.

Door degenen die voor onze kinderen zorgen te waarderen, kunnen we uiteindelijk een eerlijkere toekomst voor iedereen opbouwen.


Afbeelding © lordn/ Adobe Stock

Daniel Molinuevo

Senior research manager
Social policies research

Daniel Molinuevo is onderzoeksmanager bij de eenheid Sociaal Beleid en trad in 2010 in dienst bij Eurofound. Zijn onderzoek naar gezondheid en sociale zorg heeft zich gericht op de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten, hun digitale transformatie en de arbeidsomstandigheden van het personeel. Zijn werk was voornamelijk gericht op diensten voor kinderen, zowel bij Eurofound als bij UNICEF, waar hij in 2021 werkte ter ondersteuning van de uitvoering van de Europese kindergarantie. Hij studeerde sociologie in Salamanca, Spanje en aan de Humboldt Universiteit in Berlijn. Hij behaalde een MA in Europese Politieke en Administratieve Studies aan het Europacollege in Brugge en een MSc in Europees Sociaal Beleid aan de London School of Economics, waar hij ook als onderzoeker werkte.

Michele Consolini

Research officer
Social policies research

Michele Consolini werkt als onderzoeksmedewerker bij de eenheid Sociaal Beleid van Eurofound. Hij biedt kwantitatieve expertise over verschillende kwesties, waaronder sociale cohesie en vertrouwen, klimaatverandering en levenskwaliteit, convergentie en enquêtebeheer. Zijn huidige onderzoek kijkt naar de rol van polarisatie op sociale cohesie en vertrouwen, en de sociaaleconomische uitdagingen van de transitie naar een koolstofneutrale economie. Hij heeft een BA in Sociologie en Economie van de Alma Mater Studiorum in Bologna, Italië, en van de Radboud Universiteit Nijmegen, Nederland. Hij voltooide een Research MSc in Politieke Communicatie aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij ook werkte als onderwijsassistent en onderzoeker op het gebied van politieke psychologie.

Related content

31 July 2025

Publicatie

Werken voor kinderen is belangrijk: een overzicht van dienstverlening en personeelsbestand in Europa

Het bevorderen van het welzijn van kinderen en het aanpakken van kinderarmoede zijn belangrijke doelstellingen van de nieuwe Europese Commissie. Dit rapport analyseert trends en ongelijkheden in de toegankelijkheid van diensten voor kinderen die moeten worden aangepakt om dit te bereiken. Aangezien het personeel een integrale rol speelt bij het bepalen van de kwaliteit en toegankelijkheid van deze diensten, beschrijft dit verslag bovendien de stand van zaken met betrekking tot de arbeidsomstandigheden en opleidingsmogelijkheden van het personeel. Goede arbeidsomstandigheden en betaalbare diensten van hoge kwaliteit, zoals voor- en vroegschoolse educatie en opvang, spelen ook een sleutelrol bij het stimuleren van arbeidsmarktparticipatie en het verhogen van de productiviteit.

13 February 2024

Publicatie

The European Child Guarantee workforce

Read more about The European Child Guarantee workforce

23 February 2024

Publicatie

Analysis of the European Child Guarantee monitoring frameworks

Read more about Analysis of the European Child Guarantee monitoring frameworks
Flag of the European UnionThis website is an official website of the European Union.
How do I know?
European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions
The tripartite EU agency providing knowledge to assist in the development of better social, employment and work-related policies