Overslaan en naar de inhoud gaan
Abstract

In dit verslag presenteert Eurofound zijn onderzoek naar telewerken tijdens de COVID-19-pandemie in 2020 en 2021. Er wordt gekeken naar veranderingen in het aantal telewerkers, de werkomstandigheden van thuiswerkende werknemers en veranderingen in de regelgeving met betrekking tot deze werkregeling. De resultaten laten een snelle toename van telewerk als gevolg van de pandemie zien: in 2021 werkten twee op de tien Europese werknemers op afstand – een cijfer dat zonder de pandemie waarschijnlijk niet voor 2027 zou zijn bereikt. Door de gezondheidscrisis is het sociale en technologische potentieel voor flexibiliteit op het gebied van werktijden en -plaatsen ontsloten. De gevolgen van telewerk voor de arbeidsomstandigheden waren aanvankelijk lastig te bepalen omdat ze moeilijk los konden worden gezien van door de pandemie veroorzaakte factoren, zoals lockdowns en sluitingen van scholen. Inmiddels zijn echter zowel de positieve effecten, zoals de bijdrage van telewerk aan een beter evenwicht tussen werk en privéleven, als de negatieve effecten, zoals minder sociale interactie en meer overwerk, duidelijker zichtbaar. De toename van telewerk en het groeiende inzicht in de gevolgen ervan voor de arbeidsomstandigheden hebben geleid tot een hernieuwde aandacht voor regelgevingskaders die in verschillende EU-lidstaten tot de vaststelling van nieuwe regels voor telewerk heeft geleid.

Key findings

Telewerken blijft het nieuwe normaal. Uit nieuwe bevindingen blijkt dat in 2021 41,7 miljoen werknemers in de EU op afstand werkten, wat een verdubbeling van deze groep sinds 2019 betekent. Hoewel er in 2022 een lichte daling te zien was, zal de opwaartse trend zich waarschijnlijk voortzetten, aangezien het aantal telewerkbanen door de technologische ontwikkelingen toeneemt en de voorkeur van werknemers en werkgevers meer uitgaat naar werken op afstand.

De pandemie heeft aangetoond dat telewerk enorm potentieel heeft, doordat het de leef- en werkomstandigheden van werknemers verbetert en hen in staat stelt hun werktijd af te stemmen op hun privé- en gezinsleven. Werknemers verloren minder tijd met woon-werkverkeer en kregen meer autonomie en flexibiliteit in hun werk, zonder dat dit negatieve gevolgen had voor de productiviteit op de werkplek.

De prevalentie van telewerken is niet noodzakelijk gendergerelateerd, hoewel iets meer vrouwen dan mannen telewerken. Als gevolg van de aanhoudende verdeling van genderrollen zijn er echter verschillen in de balans tussen werk en privéleven, aangezien vrouwen, vooral tijdens de pandemie, vaker de last van extra onbetaald werk moesten dragen en meer moeite hadden dan mannen om telewerken met hun privéleven te combineren.

Een aantal landen in de EU heeft de regelgeving inzake telewerken bijgewerkt, maar er is geen sprake van een uniforme aanpak, aangezien de verschillende sectoren en bedrijven in de EU-lidstaten gekenmerkt zijn door uiteenlopende regelgeving, praktijken en werkculturen. Hieruit blijkt nog eens dat bij de ontwikkeling van toekomstige EU-wetgeving rekening moet worden gehouden met de bestaande verschillen tussen de landen om de ontwikkeling van passende telewerkvoorschriften op nationaal niveau te bevorderen. De bevindingen bevestigen de cruciale rol van de sociale dialoog bij de invoering van telewerkvoorschriften die goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden waarborgen en positieve resultaten opleveren voor zowel werkgevers als werknemers.

De toename van telewerk sinds de pandemie heeft de loon- en werkgelegenheidskloof tussen hoog- en laaggeschoolde werknemers wellicht verder vergroot, doordat deze ontwikkeling vooral plaatsvond in beter betaalde, hoger geschoolde beroepen, wat voor ongelijkheid heeft gezorgd tussen werknemers die toegang hebben tot telewerk en zij die dat niet hebben. Aangezien werknemers met toegang tot telewerk meer werkzekerheid hebben en hogere lonen ontvangen en potentieel over meer autonomie beschikken en hun werk en privéleven beter in evenwicht kunnen brengen, is er voor beleidsmakers een belangrijke rol weggelegd bij het waarborgen van gelijke voorwaarden voor degenen die kunnen telewerken en zij die dat niet kunnen.

The report contains the following lists of tables and figures.

List of tables

Table 1: Frequency working with ICT from home and statistical sources
Table 2: Share of teleworkable employment, 2020, EU27 (%)
Table 3: Telework categories based on the EWCTS 2021
Table 4: Share of employees with a poor work–life balance, by telework arrangement, gender and whether or not they have children, EU27 (%)
Table 5: Telework regulation clusters
Table 6: Changes in national regulations of telework
Table 7: Main topics addressed in telework legislative reforms
Table 8: Overview of national-level (cross-industry) collective agreements on telework

List of figures

Figure 1: Share of employees working from home, 2008–2021, EU27 (%)
Figure 2: Simple projections of the share of employees working from home in a non-pandemic scenario, 2012–2035, EU27 (%)
Figure 3: Share of employees working from home, 2019–2021, EU27 (%)
Figure 4: Employees working from home by sex, 2021 (%) and 2019–2021 (percentage point change), EU27
Figure 5: Employees working from home by sex and country, 2021, EU27 (%)
Figure 6: Employees working from home by age, 2021 (%) and 2019–2021 (percentage point change), EU27
Figure 7: Employees working from home by size of business, 2020 (%) and 2019–2020 (percentage point change), EU27
Figure 8: Share of employees working from home by country, 2019–2021, EU27 (%)
Figure 9: Share of employees working from home by settlement type, 2020 (%) and 2019–2020 (percentage point change), EU27
Figure 10: Share of employees working from home by level of education, 2020 (%) and 2019–2020 (percentage point change), EU27
Figure 11: Employees working from home by occupation, 2020 (%) and 2019–2020 (percentage point change), EU27
Figure 12: Employees working from home by sector, 2020 (%) and 2019–2020 (percentage point change), EU27
Figure 13: Share of employees in teleworkable employment by sex and country, 2020, EU27 (%)
Figure 14: Average wage levels by degree of teleworkability and sex, 2018 (average wage levels in 2018 are equal to 100), EU27
Figure 15: Absolute change (thousands) in employment levels by occupations’ degree of teleworkability and sex, 2018–2019 (a) and 2019–2020 (b), EU27
Figure 16: Share of full-time employees working long (weekly) hours by telework arrangement, 2021, EU27 (%)
Figure 17: Share of full-time employees working overtime, working during their free time and working more than 40 hours per week by telework arrangement (%)
Figure 18: Share of employees in telework arrangements (full-time and partial telework) working overtime compared with the national average of all workers, 2021 (%)
Figure 19: Share of teleworking employees with a poor work–life balance compared with the national average of all workers, EU27 (%)
Figure 20: Share of employees with a poor work–life balance by gender and telework arrangement, EU27 (%)
Figure 21: Share of employees feeling too tired after work to do some of the household jobs that need to be done by telework arrangement, EU27 (%)
Figure 22: Share of employees finding it difficult to concentrate on their job because of family responsibilities, EU27 (%)
Figure 23: Share of employees reporting headaches and eyestrain by telework arrangement, EU27 (%)
Figure 24: Share of teleworkers experiencing anxiety, compared with teleworkers and the national average of all workers, 2020–2021 (%)
Figure 25: Employees’ well-being score (out of 100) by telework arrangement, 2021, EU27
Figure 26: Regulatory sources of telework in the EU countries
Figure 27: Number of sectors covered by sectoral agreements with telework provisions by selected Member States, 2021

Number of pages
86
Reference nº
EF22005
ISBN
978-92-897-2297-1
Catalogue nº
TJ-09-22-648-EN-N
DOI
10.2806/069206
Permalink

Cite this publication

Disclaimer

When freely submitting your request, you are consenting Eurofound in handling your personal data to reply to you. Your request will be handled in accordance with the provisions of Regulation (EU) 2018/1725 of the European Parliament and of the Council of 23 October 2018 on the protection of natural persons with regard to the processing of personal data by the Union institutions, bodies, offices and agencies and on the free movement of such data. More information, please read the Data Protection Notice.